Filosofie van de hooivork

Onze paarden gaan ’s nachts naar binnen. Ja ja, ik weet wel dat dag en nacht buiten natuurlijker is en we hier niet hoeven te vrezen voor wolven. Maar aangezien ze jaarrond gezamenlijk minimaal acht uur -en vaak meer- buiten staan, denk ik niet dat ze het qua welzijn zo slecht hebben. Ik moet er dus wel elke ochtend vroeg uit om ze buiten te zetten. Op zich geen straf, want ik ben een ochtendmens. Maar ook ik heb wel eens ochtenden waarop het wat minder soepel gaat. De tijd dat ik nergens pijn voelde kan ik me al niet meer heugen.

Ik schiet in stalkleding en loop op routine naar de schuur, waarin onze stallen zijn gebouwd. Dat is nog geen twintig meter het erf over. De deur heeft Lees meer

Uitslapen

Ik kan niet uitslapen. Het lukt me gewoon niet meer.

Ik ben iedere dag tussen zeven en half acht op stal. Ook als het de avond ervoor laat is geworden, feest is geweest of ik 40 graden koorts heb. In het weekend probeer ik wel eens een uurtje later, want paarden kunnen tenslotte niet klokkijken. Maar helaas kunnen mijn honden dat wel, dus de pogingen mislukken jammerlijk.

Ezel

Wil je je horloge gelijkzetten? Kom dan vooral even langs. Met de precisie van een atoomklok nestelen twee van de drie zich stipt om 6.00 onderaan de trap. Het offensief begint nog vriendelijk. Als eerste hoor ik een kwispelende staart tegen de gangkast. Genoeg om mij klaarwakker te maken. Maar ik reageer niet meteen. Dan volgen er aanvankelijk beschaafde kefjes, die al dwingender worden. ‘Laat ons eruit’, is de boodschap. Als ik mopperend mijn stem verhef is het even stil. Een minuut of zo. Onbegonnen werk, neem nooit een Jack Russell. Een ezel is er niks bij qua koppigheid. Soms duurt het even, maar hoor ik toch nog een onderdrukt ‘waf’. Dot heeft áltijd het laatste woord.

De krantenman een rolberoerte bezorgend

Soms hol ik naar beneden om de buitendeur op de haak te zetten, daarbij menigmaal de krantenman een rolberoerte bezorgend, aangezien ik geen pyjama draag. De honden kunnen het erf niet af, dus ze kunnen dan zelf rondscharrelen. Alleen… dat doen ze niet. Ze hoeven er namelijk helemaal niet nodig uit. Ze willen aandacht. En Beer wil eten.

Fanfare

Van de week hadden ze wat nieuws bedacht toen ik niet snel genoeg naar hun zin reageerde. Omdat ik ze, inmiddels wel klaarwakker negeerde, gooiden ze de ijzeren voerbak van Beer heen en weer door de gang. Wij hebben een houten vloer. Alsof een dronken fanfare een verrassingsconcert verzorgt.

Zen

Ik vind het niet zo heel erg. Het is ‘s ochtends heerlijk op stal. Na het voeren gaan de paarden naar buiten en mest ik uit. En al is dat hier een variant op hinkstapspringen over een kat, drie honden en een kip, ik heb daar geen hekel aan. Iemand anders gaat een half uur mediteren of naar de sportschool. Ik heb een combinatie van beiden en doe tegelijk iets nuttigs. Ik bedenk menig briljante (nou ja, dat denk ik op dat moment) openingszin voor een verhaal, maak in mijn hoofd een ’to do’ lijstje of denk gewoon aan niks. Dat uitmesten is na al die jaren voor mij iets routinematigs, dat ik bijna blindelings kan doen, maar daardoor juist zo ‘zen’. Bovendien zijn mijn paarden uiterst zindelijk. Zeker bij Socrates heb ik wel eens overwogen een WC pot achterin te plaatsen.

Vals

In het najaar was mijn zus er een paar dagen om op te passen. Ik verkneukelde me heimelijk bij de gedachte aan het ochtendritueel. Vals vroeg ik na de eerste nacht telefonisch of ze goed had geslapen. ‘Als een blok’ was het antwoord. Huh? Nee hoor, de honden hadden geen kik gegeven. Ze werd pas half 9 wakker.

De rotzakken.