Alles doet het weer. Qua lichaam dan hè. Maar er is iets geks aan de hand op een ander gebied. Is het de koude en harde oostenwind? Zijn het aardstralen? De blaadjes die van de bomen waaien? Zowel mijn paarden als die van leerlingen zijn opvallend mal. En een paar mensen die daar gevoelig voor zijn ook…
Oostenwind is hier een dingetje. Het hele eiland is ingesteld op westenwind. De plek van gebouwen en boomsingels is er op afgestemd. Komt ie ineens uit het oosten, dan waait het over een kale vlakte zo naar binnen. Je zou zeggen dat de paarden, die hier de hele dag in de wei toch al middenin staan, er dan wel aan gewend zijn tegen de tijd dat je ’s middags gaat rijden. Niet dus.
Natuurlijk houd ik ook meer van lekker rustig weer, maar ik laat me er niet door tegenhouden als het anders is. Dus ik stapte wel op, ondanks de storm. Weliswaar met een stalgenootje erbij, want na onze onfortuinlijke episode ben ik op mijn hoede. Dat was nodig ook, want beide paarden waren behoorlijk fris. En dat is dan nog zacht uitgedrukt. Ik heb het zo’n twintig minuten volgehouden en op beide handen alle gangen gedaan. Twee flinke ‘wegspringers’ kon ik op tijd opvangen. Maar het leek me niet verstandig om het noodlot te tarten, dus ben ik daarna afgestapt. Ook al omdat het nu een soort van ‘goede’ ervaring was.
Generale repetitie van Cirque du Soleil
De dag erna stapte ik op Socrates. Die is weliswaar nog veel sneller en leniger, maar we kennen elkaar zo door en door, dat ik me over hem nooit druk maak of ik het wel kan volgen. Hij springt veel vaker en erger, maar neemt me daarbij altijd mee. Maar de wind was nog steeds niet gaan liggen. En zijn ‘normale’ luchtacrobatiek was met factor 5 verhevigd. Het liep allemaal goed af, al dachten de passerende toeristen op de fiets waarschijnlijk dat ze de generale repetitie van cirque du soleil zagen. Ik zag benen voorbij komen op plaatsen waar dat anatomisch niet gebruikelijk is.
Test van vertrouwen
Ik heb ooit een prachtig verhaal gemaakt over geduld met de Franse africhter Frédèric Pignon. Op dit soort dagen wordt dat van mij aardig op de proef gesteld. Want ik wil gewoon lekker trainen. En dat gaat dan dus niet. Als een paard zich strak maakt, om wat voor reden dan ook, dan moet je hem eerst weer tot ontspanning brengen. Het is een ultieme test van vertrouwen. Juist door die stap terug te doen en tevreden te zijn met simpelweg een paar grote voltes in de gang en de richting die jij wilt, kun je voorkomen dat je toch met enige dwang een deuk slaat in jullie band. Waarmee ik niet zeg dat je de leiding uit handen geeft, want dan wordt het gevaarlijk. Moeilijke oefeningen kunnen ervoor zorgen dat hij zich weer op jou concentreert. Maar als je er een paar probeert en je merkt dat je daarvoor de houdgreep moet toepassen, zonder dat je, eenmaal in de oefening, weer kunt loslaten, dan is het verstandiger om te denken: morgen weer een dag. Alleen…tussen zoveel wijsheid in de praktijk brengen en mijn van nature ongeduldige aard zit nog wel een kloofje. Ik ben inmiddels zo ver dat ik het wel doe, maar dan zit ik daarna dus met een behoorlijk onbevredigd gevoel op de bank.
Ander doel
Mijn partner zegt altijd: er bestaat niet zoiets als een slechte training. Alleen wordt het doel soms anders dan je in je hoofd had.
Ik moet toch nog even serieus praten met mijn uitgever over die scheurkalender, met al die tegeltjeswijsheden.