De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Als jullie dit lezen ben ik op de terugweg (hopelijk) van een korte vakantie. Met een vliegtuig. Naar Barcelona…
Verman jezelf, stel je niet aan, het is een luxeprobleem. Je weet niet half hoe vaak ik dat de afgelopen dagen tegen mezelf heb gezegd. Ik hoop dat ik tegen deze tijd de stress kwijt ben die ermee gepaard ging. Het zat zo: we hadden een weekje oppas. Dat moeten we benutten, want het is een gedoetje op weg te kunnen hier. Maar we zitten al in oktober, dus wat gaan we doen? Ik als anti vakantieganger heb al helemaal weinig behoefte om iets van de wereld te zien, dus van mij kun je weinig verwachten. Het enige dat echt op mijn bucketlist staat is Kennedy Space Centre in Amerika, maar dat is me nog even iets te lastig met alle coronatoestanden. Fietsen in Nederland was me wel goed bevallen, want ik houd van actief. Maar ja, het weerbericht hield niet over. Toch iets verder weg dan? We kunnen natuurlijk op een motor stappen. Duitsland, België, Frankrijk, je reikwijdte is gelijk een stuk groter. Maar ook daar beloofde buienradar weinig goeds. En dan is het al snel niet leuk meer. Mistroostig keken we naar buiten, terwijl de regen en wind het raam geselden.
Zoek de zon (op)
Ik wilde niet ver weg wegens ouwe hond Beer. Een goede vriendin sprak me streng toe. Als Beer dood neervalt maakt het geen bal uit of ik in de buurt ben of niet. Als het ineens zorgelijk wordt met hem, is de dierenarts de aangewezen persoon om daar iets aan te doen. Onze oppas, al dan niet met hulp van onze vrienden, redt het ook wel om die in te schakelen. Dus om daar nou zo krampachtig voor in de buurt van een koud en nat Nederland te blijven, terwijl we nog een hele lange winter voor ons hebben…
Goed, wat dan wel? Ergens waar je zonder jas kan lopen. Niet te ver vliegen. Waar iets te zien is. Ik ben op doorreis naar Portugal in Barcelona geweest, maar nooit verder gekomen dan het vliegveld. Partner heeft zijn motor ooit zowat voor de ingang van de Sagrada Familia geparkeerd en is menigmaal met zo’n grote grijze boot in de haven geweest. Het werd er 23 graden. Lekker! En die Gaudí bouwwerken hebben iets Efteling-achtigs, dat trok me wel. Dus op naar Barcelona.
Teveel keuzestress
Maar goed, dan komt dus dat waar ik op stukloop: het boeken. Dat betekende een dag lang voor een computer, hotels vergelijken (kijk voor de gein eens bij ‘reviews’ en dan bij de slechtste beginnen), bussen regelen van en naar vliegveld en bezienswaardigheden. Invulschermen die je er om het minste of geringste uitgooien. Of net niet bieden wat jij wil. Ik heb niet het geduld om alles inclusief kleine lettertjes rustig te lezen. Terwijl partner alles bekijkt tot in detail en dan nog drie keer terug gaat om opnieuw te vergelijken. Tegen die tijd heb ik de laptop door het raam geflikkerd en huilend verklaard dat ik wel thuis blijf. Dit is dus precies waar ik zo’n hekel aan heb. Je moet mij voor een voldongen feit plaatsen, volledig geboekt en geregeld. Ik kan daar niet tegen, dat uitzoekwerk. Voorpret? Allerminst. Teveel keuzes, voor mij niet te overzien en áls je dan iets kiest blijkt dat je beter toch iets anders had kunnen doen. Ik denk dat het teveel raakt aan mijn ingebakken jeugdtrauma dat de kans dat het toch net weer niet goed genoeg is te groot is.
Mijn huis-kruisspinnen
We hebben het dan nog niet gehad over de stress om het vliegtuig te halen. Eerste boot en naar Eindhoven, met alle risico op files. Vooraf je huis schoonmaken, want je wilt de oppas niet met spinnenwebben opzadelen. Ik weet dat ze een arachnofoob is. Wel jammer, want ik ben al een week lang twee kruisspinnen aan het voeren met doodgeslagen vliegen, hartstikke interessant om te zien. Ik heb ze naar buiten verhuisd en op een beschut plekje toegesproken dat ze het nu zelf verder moeten redden, McFly gaat even op vakantie. Tas inpakken valt me dan weer niet zwaar, want ik ben gewend om me te redden met drie onderbroeken en een tandenborstel. De oppaslijst maken zorgt echter wel weer voor blinde paniek, want heb ik wel álles beschreven? Je kent vast van die facebookstukjes waarbij iemand een handleiding van tien kantjes krijgt voor drie dagen…?
Al dat gedoe voor die paar dagen, is het al die moeite waard? Op het moment dat ik dit schrijf zit ik nog met teveel vlekken in mijn nek om te kunnen bedenken hoe ik er bij verschijnen van dit verhaal op terugkijk. Maar het vooruitzicht om nog een paar dagen met blote benen rond te lopen is wel aanlokkelijk…