Het is weer zover, ik heb me in mijn vinger gesneden. Een flinke jaap. Het bloedt door twee pleisters heen. In mijn omgeving weet iedereen het al. Geef Tessa nooit een mes. Gaat geheid mis.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik jaren geleden een korst van de kaas wilde snijden met een aardappelschilmesje. Dat ging prima, tot ik bij het einde afschampte en met de kracht die ik zette op de weerbarstige plasticlaag het mes voluit in mijn eigen hand joeg, net in die V tussen je duim en wijsvinger. Het ging zo snel en het mes was zo scherp dat het niet eens pijn deed. Uiteraard was ik alleen thuis, zulke dingen gebeuren altijd als er niemand is om je te helpen. Peinzend keek ik ernaar, het mes stond er tot het heft in. Het bloedde niet erg. Wat te doen? Als ik het eruit haalde werd het zeker een bloedbad.
Litteken
We woonden in die tijd nog in het centrum van Den Burg, de ‘hoofdstad’ van Texel. Alles was op loopafstand. Ik heb een schone theedoek om mijn hand gewikkeld en ben lopend naar de huisarts gegaan. De assistente keek wel een beetje vreemd op, maar ik werd opvallend snel geholpen. Het viel reuze mee, ik heb er slechts een klein litteken aan overgehouden.
Bloedspoor
Zo heb ik toen we in Engeland woonden een keer de voorkant van mijn duim met een kaasschaaf bewerkt, bijna tot op het bot. Ook niet opzettelijk. Maar aanzienlijk lastiger, want dit bloedde meteen als een malle. En de Engelse NHS (National Health Service, zoiets als de huisartspost) loopt nou niet over van efficiency. ‘Kom maar over twee weken’, was de reactie toen ik belde.
Gelukkig heb ik altijd een EHBO kit paraat. Voor de paarden. Maar op het verband staat niet dat je het niet voor mensen kunt gebruiken. Het bezorgde mijn partner wel een hartaanval, toen hij nietsvermoedend binnenkwam en het bloedspoor in de keuken zag.
Alleen korstloze kaas…
Je zou bijna denken dat de moraal van dit verhaal is: eet geen kaas, of alleen korstloze. Maar ik zie kans om het bij alles waar een mes aan te pas komt fout te laten gaan. Ook bij het openen van een pak kuil. Zojuist was ik sperziebonen aan het schoonmaken. Toch niet echt zo’n gevaarlijke klus, zou je zeggen. Is het onhandigheid? Ik denk eerder ongeduld. En als ik erover nadenk staat dat aan de basis van heel veel ongelukjes en dommigheidjes. Effe snel iets doen, daar ben ik nogal van. Vooral als het iets huishoudelijks is, waar ik een broertje aan dood heb. Hoewel ik koken leuk vind. Maar ook daarbij houd ik van opschieten. Dat komt de concentratie niet helemaal ten goede, want ik ben vaak met mijn hoofd alweer bij het volgende.
Tegeltje
Bijzonder in dat verband is dat ik met paarden een bijna eindeloos geduld heb. Op gevaar af dat ik erg in de zweefhoek kom, vind ik dat paarden in het ‘nu’ zitten. Zij hebben geen enkele weet van onze agenda, afspraken, plannen of dromen. Ik heb nog een mooie voor op een tegeltje: verwachtingen creëren teleurstellingen. Paarden weten niet wat wij van ze verwachten of verlangen.
Ga door de achterdeur
Vanaf het moment dat ik dat echt begreep, is er bij mij iets veranderd. Niet dat ik eindeloos omtut met mijn paarden, ik ben hartstikke duidelijk en concreet. Ja is ja en nee is nee. Maar als iets niet lukt accepteer ik dat en zoek ik naar de oorzaak. Begrijpen ze me niet? Kunnen ze het niet? Moet ik de opdracht in kleine stukjes hakken? Het anders uitleggen? Okay, nog één zo’n mooie, van mijn oude, maar nog steeds onmisbare wijze instructrice Mischa Barrau-Jacometti: ‘als je niet door de voordeur kunt, ga dan door de achterdeur’. Bij de paarden werk ik volgens dit principe en dat geeft voor alle partijen veel rust.
Nu nog iets verzinnen zodat ik dat ook op andere plekken kan toepassen. Of Hansaplast vragen als sponsor.