Dressuurjuryleden moeten verplicht bijscholingen volgen en een minimaal aantal keren jureren om hun licentie te behouden. Terecht natuurlijk. Net zoals we van de ruiters verlangen dat ze oefenen, moet je dat als jury ook blijven doen. Checken of je nog in lijn bent met de officiële richtlijnen is eveneens belangrijk, want je zit op basisniveau meestal alleen in zo’n hokje, zonder referentie. Er zijn genoeg voorbeelden van jury’s die afdwalen en eigen ideeën krijgen over de uitvoering, wat tot merkwaardige punten en uitslagen kan leiden. Je kunt je overigens afvragen of ze die bijstellen door zo’n bijscholing. Ik herinner me nog een wijd en zijd beruchte afwijker, die op zo’n bijeenkomst braaf mee puntte met de rest en bij de eerstvolgende gelegenheid, waar hij weer alleen meester was, gewoon op zijn eigen bijzondere wijze verder ging met het rijkelijk uitdelen van verliespunten, die toen nog wél gevolgen hadden. Wat zich overigens vanzelf uit faseerde, want het was alom bekend en hij werd gewoon nergens meer uitgenodigd. Maar laten we dit voor een andere keer bewaren.
Dáár ben ik geen jury voor geworden
Ik wil toe naar het onderwerp toezichthouder. We kregen namelijk als juryleden allemaal een iets te blije mail van de KNHS over het nieuwe licentiereglement. Daarin staat dat wij allemaal verplicht negen keer in drie jaar tijd deze functie moeten uitoefenen. Bovenop de verplichte twaalf keer jureren. Dat komt neer op drie keer per jaar, maar het was toch voor menigeen een brug te ver. Aanleiding voor veel collega’s om via social media alvast hun afscheid aan te kondigen. Ze hebben ervoor gekozen om jurylid te worden en krijgen nu een hele andere taak in de schoenen geschoven, waar ze niet op zitten te wachten. Want zo wordt het opgevat.
Het moet schuren bij de ruiter
De bedoeling van het fenomeen toezichthouder is natuurlijk vooral aan de buitenwereld duidelijk maken dat wij het punt welzijn serieus nemen. Maar het feit dat er een officieel iemand meekijkt op wedstrijden om het welzijn te bewaken, zegt niets over het welzijn op zich. Wat gebeurt er thuis, als er niemand meekijkt? Bovendien is het restrictief. Loop je niet door rood licht omdat je mogelijk een boete krijgt of omdat je weet dat je dan het risico loopt te worden platgereden? Een trouwe lezer van deze blogs zei het treffend: als er iets niet klopt op welzijnsgebied zou dat bij iedereen -en dus zeker bij de ruiter in kwestie- moeten schuren. Liefst zo erg, dat je het wel uit je hoofd laat. Of dat er collectief commentaar op komt, of je nou toezichthouder bent of niet. Want nu is het nog te vaak dat iedereen snel wegkijkt, omdat het best ‘eng’ is om iemand aan te spreken. Dan heb ik het niet alleen over misdraging, maar bijvoorbeeld ook over een rijwijze of een onregelmatig paard. Is niet leuk hè, als je tegen een ruiter zegt: hé, je paard loopt niet goed… Dat hoort echter wel bij welzijn. Door het af te dwingen met een opgelegde rol, bereik je geen intrinsieke veranderingen.
Ze gaan mij niet vragen
Wat bereik je met het verplicht opleggen? Jury’s hebben geen zin om voor of na een lange rubriek jureren nog een paar uur bij een bak te staan. De één is vaardiger in het aanspreken van ruiters dan de ander, maar het gaat toch uit van iets negatiefs. Hoe tactisch je het ook brengt, het is niet leuk om te doen. Op een aantal deelnemers heeft het een verkrampende werking dat er iemand staat, zelfs als ze helemaal geen kwaad in de zin hebben. De organisatie vindt het gedoe, want er zijn bijna geen mensen voor te vinden en het kost extra.
Ik zie nog een organisatorisch probleem. In de praktijk worden vooral B-L jury’s, waarvan er veel meer zijn, gevraagd voor de taak toezichthouden. In onze regio zijn ZZL juryleden schaars, dus als wij worden gevraagd is dat altijd om te jureren. Er komt inderdaad soms de vraag achteraan of we ook nog wat extra uren beschikbaar zijn, maar daarop komt bijna nooit een positief antwoord. Ik geef veel voor de sport, maar ik heb thuis ook nog wel wat te doen. Ik denk niet dat een organisatie zich alleen tot mij gaat wenden voor toezichthouden. Dan zoeken ze liever iemand die vlakbij zit, hoeven ze minder kilometers te vergoeden.
Leg het bij de ruiters
Ik ben geen voorstander van het verplicht opleggen van deze taak aan alle juryleden. Het speciaal opleiden van mensen die dit willen doen lijkt mij een betere stap. Of je zou de werkzaamheden van de ringmeesters of ouderwetse federatievertegenwoordiger kunnen uitbreiden. Maar eigenlijk hoort je dit bij de ruiters zelf neer te leggen. Zij moeten immers meer doordrongen raken van het welzijnsverhaal. Laat ruiters verplicht die opleiding doen. En leg daarin de nadruk op een positieve aanpak. Geef elkaar eens een compliment als het er vriendelijk en harmonieus uitziet. Leer ze hoe je op een niet aanvallende manier kunt vragen wat er aan de hand is, als je ziet dat iemand zijn zelfbeheersing verliest. Laat zien wat je kunt doen om samen tot dat betere welzijn te komen. Voor excessen is er dan alsnog de jury, die die rol toch al had.
Meetlat mee in je zak
Er blijft dan, maar nu ook al, een ontzettend groot grijs gebied over. Ik vind iets van ruiters die hun paarden constant achter de loodlijn rijden. Ook al zitten ze nog zo rustig, zonder geruk en gepluk. Welzijnstechnisch is zo’n knik-nek gewoon niet okay. Maar ga eens bij het losrijden van een gemiddelde wedstrijd kijken. Of zelfs bij sommige bijscholingen. Het is eerder regel dan uitzondering. Er staat heus iets omschreven over diep en rond en hoe lang dat ‘mag’. Maar wat doe je met die gevallen die daar net tegenaan zitten? Het is geen kwestie van een meetlat in je zak. Hoever is dan te ver? Ik denk dat ik in de loop van al mijn jaren een aardig oog heb ontwikkeld voor aanleuning in relatie tot bouw. Wanneer dat klopt en wanneer dat afgedwongen is, is niet exact in centimeters uit te drukken. Gaat dat ‘fout’, dan is dat niet een kwestie van alleen op die wedstrijd. Dat doen ze thuis ook. Bij deze ruiters schuurt het echt niet hoor. Uit gebrek aan kennis? Ik denk vaak ook uit angst of omdat het zo is aangeleerd. Door iemand die niet beter weet of misschien wel, maar daarmee een controle nastreeft die de ruiter een goed gevoel geeft. En het wordt in de ring vaak zelfs nog beloond ook. Ga er maar aan staan, als toezichthouder.
Hoe juichend die mail van de KNHS ook was over de ervaringen met toezichthouders, ik merk nog weinig van een grote omslag. Zolang we er nog niet uit zijn of we het welzijn van binnen uit serieus gaan aanpakken of alleen maatregelen voor de bühne nemen, vraag ik het me af of het zin heeft een deel van de juryleden de deur uit te jagen.