Ik moest naar de tandarts deze week. Niks bijzonders, gewoon voor de halfjaarlijkse controle. En ik had niks. Ik heb nooit wat. Gelukkig. Want ik lig toch niet erg rustig in die stoel. Ondanks dat ik een hele aardige tandarts heb. Dat komt door een traumaatje uit mijn jeugdjaren.
Er is ooit wel eens wat over in het nieuws verschenen, een tandarts die in de beginjaren van de schooltandverzorging per verrichting werd betaald en daarom de boel ging flessen door in gezonde tanden en kiezen te boren. Ik was één van zijn slachtoffers. Gelukkig betrof het mijn melkgebit, dus heb ik er weinig blijvende schade van overgehouden. Maar geestelijk wel. Want aan verdoven deden ze in die tijd nog niet zo en boren in gezond tandmateriaal is behoorlijk pijnlijk. Vandaar dat ik tot op de dag van vandaag lig te schudden in die stoel. Maar nu bij een tandarts die daar begrip voor heeft.
Er zijn mensen die na zo’n ervaring besluiten om niet meer te gaan. Zo zit ik niet in elkaar. Ik vind een verzorgd gebit één van de verworvenheden van onze welvaartsmaatschappij waarin we leven. Bovendien is voorkomen beter dan genezen. Dus raap ik braaf twee keer per jaar mijn moed bij elkaar.
Vroeger deden we dat niet
Mijn paarden gaan ook elk half jaar naar de tandarts. Of nog luxer, de tandarts komt bij hen. Ik wil me hier niet in de discussie elektrisch of niet storten. Ik ga ervan uit dat iedereen die beroepsmatig veel in de monden van paarden kijkt, het beste met de dieren voor heeft en dus wel aan de bel trekt als er iets mis is. Het kan altijd beter, maar het belangrijkste is dat we er allemaal bewust van zijn dat het gebit van een paard ook enige aandacht nodig heeft. Vroeger was dat allemaal niet. Hoe deden we dat toen? Nou, niet. Soms keek er wel eens een dierenarts, maar het was niet het eerste waaraan werd gedacht. Vreemd eigenlijk. Ik ben al een paar jaar betrokken bij De Paardenkamp in Soest, het tehuis voor oude paarden, dat in de vele bestaansjaren zoveel ervaring in heeft opgedaan dat het met recht een kenniscentrum mag worden genoemd. Ga er eens heen, het is hartstikke leuk om daar rond te lopen en met de beheerders te praten. Als je hoort hoeveel gezonder oudere paarden blijven door regelmatige gebitscontrole en -behandelingen, dan snap je niet dat in het verleden bij niemand in de paardenwereld een belletje is gaan rinkelen.
Wat je aandacht geeft, groeit
Hoewel we allemaal zoogdieren zijn, is er een groot verschil tussen paarden en wij: hun voedingspatroon en het bijbehorende spijsverteringssysteem. Dat is ingesteld op het verwerken van grof vezelrijk plantaardig materiaal. Vandaar dat de kiezen werken als maalstenen. De cellen moeten stuk om de voedingsstoffen te kunnen benutten. Kiezen slijten daarbij af en schuiven steeds een stukje op naar buiten. Als ze niet helemaal gelijkmatig glijden, krijg je randjes, waardoor de maalfunctie wordt belemmerd. Als een paard ouder wordt, zijn sommige kiezen zover opgeschoven en afgesleten dat letterlijk de bodem in zicht komt, waardoor ze los raken. En dan zijn er nog talrijke andere typische paardenproblemen, zoals EOTRH, waar je de laatste tijd zoveel over hoort. Een nieuwe hype? Want tot voor een paar jaar had niemand het erover. Ik vroeg het onlangs aan een dierenarts-tandarts en die haalde haar schouders op. ‘Wat je aandacht geeft, groeit’. Oftewel: hoe meer mensen er in paardenmonden kijken, hoe meer je vindt. Het is onwaarschijnlijk dat dit ineens zomaar uit de lucht komt vallen. In het verleden had je gewoon een paard dat om onduidelijke redenen steeds dunner werd en daardoor verzwakte, vatbaarder werd voor van alles en dus ergens aan dood ging. Einde bericht. Nu kan door voortschrijdende diagnostische methoden worden uitgezocht wat de oorzaak van een probleem is. En hoe eerder je daar bij bent, hoe meer kans op succes. Laat dus zo’n paardentandarts één of liever nog twee keer per jaar komen. Ja, dat kost geld. Maar als je wacht tot er een echt groot probleem is, ben je waarschijnlijk meer kwijt. Of je verliest je paard.
Puppyvet
Hoe het is afgelopen met mijn zadel? Nou, dat was een behoorlijke meevaller (al wil ik nog steeds graag dat jullie mijn boeken kopen). Ik stond helemaal schrap, maar het enige dat mijn zadelmaakster lachend zei was: ‘welkom terug bij de rijpaarden’, waarna ze de tinker-voorboom verving door een maatje kleiner. Kennelijk raakt DD zijn puppyvet kwijt. Het was in een kwartier klaar en het verschil was enorm. Pfew.
Nu nog even de feestdagen overleven en dan worden de dagen gelukkig alweer langer…