Smaken verschillen

Het is zeuren, de laatste tijd. Ik zie bij grote dressuurwedstrijden, waarvoor je een paar jaar geleden lang van tevoren kaartjes moest reserveren, af en toe half lege tribunes. Voor de kür zijn mensen nog enigszins te porren, maar ook daarvoor loopt de animo terug. Evenementen worden tegenwoordig alleen massaal bezocht als Britt Dekker haar opwachting maakt. Is de belangstelling voor paardensport in een vrije val?

Ik heb net de jaarlijkse jurybijscholing achter de rug. Altijd een leuk weerzien met collega’s en een hartelijke gastheer. Aan de hand van videofragmenten gingen we aan de slag. We waren behoorlijk eensgezind. Hoe komt het dan toch dat we in de dagelijkse praktijk altijd met juryverschillen te maken zullen hebben en houden? Je kan er duizend bijeenkomsten tegenaan gooien, iedereen heeft nou eenmaal zijn eigen smaak en voorkeuren, die een stempel op de score drukken. Of iets een 7 of een 8 is lijkt een kleinigheid. Maar als je dat over de hele linie doortrekt, maakt het voor de eindscore echt uit. En dat heb je zelfs al bij een halve punt verschil. Bij zo’n bijeenkomst kan je een video eindeloos terugspoelen en daar de argumentatie van de hoofdjury tegenaan houden. De realiteit is dat iedereen zijns weegs gaat en eenmaal alleen in het juryhokje kan doen wat hij of zij wil. Juryverschillen zijn inherent aan onze sport. If you can’t stand the heat, don’t go near the kitchen. En dat is precies wat sommige dressuurruiters tegenwoordig doen.

Doodstille kantine

Ik word best veel gevraagd om te jureren en doe dat met liefde. Dat moet ook wel, want voor het geld en de gezelligheid hoef je het niet te doen. Dat laatste ligt niet aan de organisaties. Die zijn hardwerkend, enthousiast en gastvrij. Het ligt meestal ook niet aan de ruiters. De wedstrijden waar ik recent heb gepunt, blonken uit in paardvriendelijk en correct rijden en ik word daar blij van. Het enige is dat men komt, rijdt, briefje haalt en weer gaat, waardoor het meer regel is dan uitzondering dat ik na afloop alleen nog met een wedstrijdsecretaresse en een ringmeester in een lege, doodstille kantine me af zit te vragen waarom ik tot een half uur na afloop moet nablijven, als er toch niemand meer is. En hoe aardig de secretaresse ook, zo gaat de lol er wel af.

Worstelaars en waterskiërs

Jarenlang was ik een vaste gast bij alle grote wedstrijden. Vaak beroepsmatig, maar ook wel als liefhebber. Vorig jaar heb ik voor het eerst alles aan me voorbij laten gaan. En met mij dus meer mensen. Waarom? Tja, gewetensvraag. Ik kan nog altijd in vervoering raken van een prachtig samenspel tussen mens en paard. Dat is extra mooi op muziek, maar ook zonder dat kan ik kippenvel krijgen van een prachtige proef. Die zijn nog steeds te zien. Je moet echter door een paar worstelaars en waterskiërs heen om de pareltjes te kunnen bewonderen. Was dat vroeger anders? Misschien is mijn herinnering gekleurd of is mijn geduld tanende. En for the record: het gaat me dus niet om de perfecte proef, maar om het perfecte rijden. Onzichtbaar samenspel, zonder geprik of geruk. En wat je in de ring te zien krijgt is dan nog één ding, wat gebeurt er thuis achter de schermen? Dat zal in het verleden echt niet anders zijn geweest, maar toen wist je dat niet. Net zo verkeerd natuurlijk. Nu is er veel meer beeld bij, helaas soms letterlijk en ik kan dat niet helemaal uitpoetsen als ik ergens naar kijk.

Eén cm achter de loodlijn? Kop eraf…

Mijn vaste stek was in veel gevallen de losrijring. Ik zoog op wat ik daar zag. Hoe vaak heb ik daar niet iets ontdekt waar ik later thuis veel plezier van had? Het correct rijden van wendingen en overgangen bijvoorbeeld. En dat hoeken doorrijden niet een automatisme zou moeten zijn, maar een bewust stukje van de training. In Rotterdam heb ik ooit een middag ademloos op de stoffige tribune van de kleine binnenmanege zitten kijken hoe Reiner Klimke gewoon op een trensje zijn Biotop verbeterde in galop, ondertussen mevrouw Barrau naast me met één hand in de houdgreep houdend, anders was ze hem spontaan gaan zoenen, zo mooi was het. Maar er zijn steeds meer plekken waar dat losrijden tegenwoordig achter gesloten deuren gebeurt. En ik snap dat. Je kan zeggen dat de filmpjesmakers mede voor bewaking van het welzijn zorgen en dat als je het netjes doet als ruiter je niets te vrezen hebt. Maar het ontaardt soms ook in een hetze. In naam van welzijn worden mensen kapot gemaakt. En je kan er niets tegenin brengen, want het paard heeft geen stem en moet dus beschermd. Tot je dienst, maar is dit dan de manier waarop je iets oplost? Wat heeft het tot nu toe opgeleverd, behalve dan dat we onder een vergrootglas liggen bij instanties waarvan we weinig goeds te verwachten hebben? Volgens mij hebben steeds meer mensen geen zin in dat negatieve gedoe en keren ze zich af van paardensport.

Britt kan niet overal naartoe

Vooruitgang en evolutie betekent dat er dingen veranderen. Daar zijn wij niet zo goed in. Je kan er lang tegen blijven vechten en krampachtig proberen alles bij het oude te houden. Kost enorm veel energie, vaak veel geld en het is een heilloze weg, want je houdt het toch niet tegen. In meegaan en nieuwe wegen zoeken is productiever. Ik zie de oplossing ook nog niet, dus ik heb geen idee hoe we in de toekomst gaan genieten van het prachtige samenspel tussen mens en paard. Want ik hoop wel dat dát blijft. Maar ik zie wel dat oude tijden niet gaan herleven.


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog, Blog EN, Test en getagd met , , , , , .