Schiefel

Ik vind longeren weinig aan. Ondanks dat ik een super fijne longeerbak heb. Omdat ik er niet voor warm loop, doen mijn paarden dat ook niet.

Alleen bij hoge uitzondering, als ik echt te lui ben om er een zadel op te gooien, ga ik wel eens met ze aan de slag aan de lijn. Wat trouwens niet echt tijdwinst oplevert, want voordat je al die singels, riempjes en wat al niet meer nodig is om ze een beetje training te geven erop hebt, had je in die tijd ook makkelijk dat zadel kunnen pakken. In mijn geval waarschijnlijk zelfs sneller, want ik ben gewoon niet handig in longeren. Los in de rondte jagen doe ik echt nooit, want dat vind ik zo’n onzin. Dat kunnen ze zelf in de wei wel. En dat doen ze ook, als ze spelen.

Pezenprofessor

Afgelopen zomer was het op een dag te warm om een rijbroek aan te trekken. (Ja heus, die dag is er geweest). Dus ik besluit DD te longeren. Als geen gezicht 1965 in korte broek, op werklaarzen met handschoenen aan, want ik heb in die afgelopen tig jaren wel wat geleerd en ik heb toch al verkering. En hij dus ook met beenbeschermers om voor. Die gebruik ik normaal nooit. Ik ben groot fan van pezenprofessor Hans van Schie, die me al menigmaal tijdens interviews (lees: privécolleges) heeft laten zien hoe gevaarlijk oververhitting van pezen is voor paarden en hoe snel je dat hebt als je iets om die benen doet.

Bommetje

Maar goed, ik ken mijn bonte clown en hij kent mij heel goed, dus we weten van elkaar hoe we tegenover longeren staan. De saaiheid is alleen te doorbreken als we daar wat bommetjes-acties tussendoor gooien, door hem geïnitieerd en waar dan door mij hartelijk om wordt gelachen, waardoor hij het met enthousiasme iedere keer weer zo doet. Vandaar dus wel met beenbeschermers.

Die ene keer duurde het een paar rondjes tot hij besloot de beuk erin te gooien. Dat ging zo onbesuisd dat hij vergat om tot vier te tellen en compleet zijn eigen onderstel even kwijt was. Ik hoorde een harde tik, hij liep drie passen kreupel en ging daarna onverstoorbaar door. Ik dacht even dat hij zijn ijzer eraf had geslagen. Maar toen hij tot bedaren kwam zag ik aan de binnenzijde van zijn pijp linksvoor net boven het randje van de peesbeschermer een enorme pingpongbal verschijnen….

Kreupel

DD had zichzelf een schiefel getrapt die zo in de instructieboekjes voor dierenartsen kon. Werkelijk een knots van een ding. Ik heb hem gelijk afgespoten en in de klei gezet. Hij was er totaal niet kreupel van, maar ik heb hem toch een week rust gegeven. Het ding zit aan de binnenkant, vlak onder de voorknie. Niet een plek waar pezen lopen. Maar hij is wel van zo’n formaat dat ik me zorgen maak. Niet helemaal onterecht, want vorige week liep hij niet lekker. Kreupel is een groot woord, onregelmatig dekt het al bijna niet. Ik voelde het niet eens, maar het was voor mensen die hem kennen net zichtbaar. En ik houd teveel van hem om erdoor te werken. Bij nadere bestudering leek het alsof hij opnieuw tegen dat uitsteeksel had getrapt, wat natuurlijk niet ondenkbaar is, want het steekt echt een eind uit en de wei is op sommige stukken behoorlijk modderig, dus er wordt wel eens een sliding gemaakt tijdens de achtervolging van zijn vriendinnen, die uiteraard allemaal tegelijk hengstig waren, dus hij had het erg druk.

Operatie?

Nu, na weer een week rust, loopt hij weer goed. Noodgedwongen train ik tegenwoordig met beenbeschermers en zie ik me genoodzaakt om hem met één zo’n ding om dat been in de wei te zetten. Ik baal daarvan, want ik wil dat eigenlijk niet. Het alternatief is een operatie, waarbij die botaangroei eraf wordt geschaafd. Ook niet echt iets om blij van te worden. Dat kan meer nadelen dan voordelen hebben.

Ik kijk het nog even aan, maar het knaagt in mijn achterhoofd. Denk je dat het niet hebben van kinderen je veel zorgen bespaart, krijg je dit…

 

In een volgend leven ga ik echt cavia’s houden.


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , .