Ho, ho, we zijn nog niet weg hè. Er moet nog heel veel gebeuren voordat we in het vliegtuig stappen. Al komt de datum nu wel prettig in beeld. Er is nog veel waar ik me tot die tijd druk over maak. Zo heb ik uit mijn ooghoek de ruzie tussen de KNHS en de FNRS uit de hand zien lopen. Echt niet goed voor de paardenwereld.
Ruzie, ik heb daar niets mee. Van nature ga ik niet zo lekker op conflicten. Maar soms zijn ze er. En dan moet je daar wat mee, want ervoor weglopen geeft helemaal een onbevredigd gevoel. Bovendien is het niet effectief, want als je het niet oplost komt het altijd terug. Ineens was daar het bericht dat de wegen van de paardensportbond KNHS en de manege-branche organisatie FNRS gingen scheiden. Een hoog oplopende (bobo)ruzie lag daaraan ten grondslag. Maar als ik even speur in de annalen, dan loopt het al jaren niet heel erg lekker tussen die twee.
‘Paardrijden’ is het raakvlak
Paardensport is niet helemaal de juiste noemer voor manegewerk. Het is met elkaar verbonden doordat het allebei met paarden en met rijden te maken heeft. Samenwerking is van de ene kant bekeken logisch, want samen ben je sterker en de buitenwereld ziet de verschillen toch niet. Maar de raakvlakken zijn eigenlijk niet eens zo groot, als je erover nadenkt. Een sportbond en een organisatie voor ondernemers, dat loopt qua belangen niet echt gelijk. De manegeruiters liggen wel wat in de lijn van de paardensporters, maar dan vooral de recreatieve. De topsport heeft een hele andere invalshoek. Feit is dat er een samenwerking was en die is nu over. In een tijd waarop de hele paardenwereld momenteel op een dun lijntje loopt is zo’n knallende ruzie niet erg goed voor het totale imago.
Waar doe je het voor
De manegewereld heeft het zwaar. De kosten rijzen de pan uit, gemeente doen steeds lastiger over regeltjes en ruimtegebruik en gemotiveerd personeel zonder negen-tot-vijf mentaliteit is bijna niet te vinden. Laat staan de paarden die heel blijven en stoïcijns zijn. Klanten hebben hoge verwachtingen en staan bij het minste of geringste met eisen of zelfs claims te zwaaien. Ga er maar aan staan. Ik heb diep respect voor de hardwerkende mensen, die hun uiterste best doen om liefhebbers die willen leren rijden die kans te geven. En daarnaast ook nog proberen om hun pony’s en paarden een goed leven te bieden. Natuurlijk zijn er tal van voorbeelden waar het qua paardenwelzijn niet zo goed is. Er zijn ook steeds meer types die het tegenstaat dat een dier wordt gebruikt om geld mee te verdienen, voor het plezier van de mens. Tja, leren rijden op een stokpaard of uit een boekje werkt helaas niet. Niet iedereen woont zo landelijk dat je kunt oefenen op pony’s die ergens in een wei lopen. Los daarvan spelen maneges een belangrijke rol bij het leggen van een eerste basis over paardenkennis, die nodig is om het welzijn te verbreden én het imago van de paardenwereld te verbeteren.
Relatietherapie
Zo’n ruzie is koren op de molen van de anti’s. Beseffen de betrokkenen dat genoeg? Er is een groep bezorgde manege-eigenaren die probeert de scherven te lijmen. Ze hebben een nuchter verhaal en proberen in mijn ogen best tactisch op te treden. Relatietherapie, zoiets. Maar bij tenminste één van de partijen staan de hakken wel heel diep in het zand.
Voor een doel of voor je ego
Waartoe ben je op aarde? Dat zou de achterliggende gedachte bij alle organisaties moeten zijn. Waarom doe je wat je doet en voor wie? Als ego daarin een rol speelt (‘kijk mij eens even iets goeds voor jullie doen’) dan is dat hét recept voor onenigheid, want dan is er altijd wel iemand die zich beledigd voelt. Voor samenwerkingen geldt dat je je moet afvragen wat je komt halen en wat je komt brengen. Daar moet een gezond evenwicht tussen zijn. Verder is enig incasseringsvermogen en een helicopterview wel een must. Het hogere doel blijven zien en niet strandden in details. En beseffen dat je nooit helemaal krijgt wat je wilt, want dat hoort bij geven en nemen. Het is net een huwelijk. Maar goed, die sneuvelen tegenwoordig ook bij bosjes, dus ik voorzie geen goede afloop.
Een frisse nieuwe start lijkt misschien te prefereren boven een doorzeurende gewapende vrede. De tegenstanders van paardensport (ja, die zijn er) wrijven zich in de handen. Ooit wel eens gehoord van ‘verdeel en heers’…? Wie heeft nog vijanden nodig met zulke vrienden?