De regen klettert tegen de ruiten, de wind giert over het terrein. Helaas uit het oosten, wat voor ons de verkeerde hoek is. Alles op dit eiland is ingesteld op westenwind, die normaal gesproken waait en ook vaak stevig. Goeie tip als je ooit eens moet meedoen aan een dropping op Texel en je telefoon wordt afgepakt. Het is eenvoudig om uit te vinden waar het westen is. Je hoeft alleen maar te kijken naar alle bomen, die allemaal schuin zijn afgesleten aan de westkant. Of de schapenboeten. Voor niet-Texelaars: de karakteristieke halve schuren, die met de platte kant naar het oosten staan, zodat schapen erachter kunnen schuilen tegen de wind. En om meteen nog maar iets uit de wereld te helpen: ze heten weliswaar schapenboeten, maar dat is niet omdat die beesten erin worden gestopt. Schapen zijn uitstekend bestand tegen het weer en staan buiten. Beetje luwte vinden ze wel fijn. Die boeten werden van oudsher gebruikt om hooi of gereedschap op het land op te slaan, zodat je daar niet steeds mee hoefde te slepen.
Mijn paarden doen niet aan paardenwelzijn…
Ik ben erg van paardenwelzijn en probeer dat uit alle macht te promoten. Je weet wel: nagenoeg onbeperkt ruwvoer, sociaal contact en vrije beweging. Mijn paarden zelf zijn echter wat minder van dat paardenwelzijn. Ze staan in dit weer bij elkaar met een hoge rug voor de ingang van de wei, zelfs met hun dure waterdichte regendekken op. Zodra ze enige beweging zien voor het raam of bij de deur, gaat er een luid gejoel op en word ik door tien ogen telekinetisch naar ze toe gedirigeerd. Oftewel: haal ons binnen. Paardenwelzijn? Ze vinden er met dit weer echt geen zak aan buiten. Er is nog gras hoor. En ze staan bij elkaar, dus er valt wat te spelen. Ze hebben twee flinke aaneenschakelde stukken weiland, dus behoorlijk de ruimte. Maar nee, ze staan voor de draad. En ze willen naar binnen. Ik moet van huis naar mijn kantoor over het erf, dan zien ze me. Ik ben hardvochtig doorgelopen zonder ze aan te kijken, met de gedachte ‘het is goed voor jullie, het is goed voor jullie’. Vijf woedende koppies was het resultaat. DD stampvoette zelfs. Ik heb geen kinderen, maar genoeg kleutergedrag om me heen.
Helaas geen schuilstal
Na nog een uurtje, waarin het alleen maar harder ging plenzen en waaien, ging ik overstag. Hadden we een schuilplek gehad in de wei, dan was het waarschijnlijk anders geweest. Ik ben daar, jaren geleden, eens voor bij de gemeente geweest. Er was een prachtig boek uitgekomen met aanbevelingen hoe gemeenten konden omgaan met de bouw van schuilstallen. Het dilemma is namelijk dat aan de ene kant paardenwelzijn vereist dat ze liefst onbeperkt buiten staan en dat kan met een vrij toegankelijke schuilplek. Inloophokjes en -hutjes geeft echter verrommeling van het landschap, dus dat willen gemeenten niet. En er was ook nog gedoe over of het een bouwwerk was en dus bouwvlak nodig was. Van dat logistieke gezeur, waar we in dit land goed in zijn. Vaak met reden, maar het doorkruist ook nuttige zaken voor bijvoorbeeld paardenwelzijn.
Nederlandse nepnatuur
Inmiddels is aan dat onbeperkt buiten lopen aan de overkant het niet te onderschatten drama genaamd wolf bijgekomen. Dat hebben we hier op Texel nou weer niet (om jullie jaloers te maken: we hebben ook geen mollen). Hoe ik in die discussie sta? Simpel, ons land is te klein voor de wolf. Onze postzegeltjes aan natuur bieden hem niet genoeg. Het is gedoemd om gruwelijk mis te gaan voor beide partijen, wat in ogen van de mensen wiens dieren inmiddels zijn verscheurd al ruimschoots is gebeurd. Je kunt het die wolf op zich niet kwalijk nemen, die volgt gewoon zijn natuur. Je kunt het de ‘natuur’mensen die denken dat we terug kunnen naar iets wat we in dit land al na de Middeleeuwen niet meer zijn, op zich ook niet kwalijk nemen. Ik ben erg voor een vrije eigen mening, zelfs als ik die niet deel. Maar beleidsmakers hadden beter moeten weten, nu de teller ook al op 18 miljoen mensen staat. Het houdt een keer op hè, met die ruimte. We hebben hier alleen Nederlandse nepnatuur, daar past niet zo’n grote predator in. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dit vervelend gaat aflopen voor mensen én voor wolven.
Maar goed, ik denk dat ik ook niet bij de gemeente hoef aan te kloppen voor een overkapping van mijn rijbaan, die ik met dit weer dolgraag zou willen hebben. Zelfs niet als ik beloof dat ik het hele dak vol zonnepanelen leg.