De hele paardenwereld buitelde onlangs weer eens over elkaar heen door een uitzending van Arjen Lubach, waarin hij op de hem bekende provocerende wijze paardensport aan de kaak stelt. Ik had het niet gezien, maar las allerlei reacties en besloot het toen zelf ook even op te zoeken.
Het verhaal van Lubach is ongenuanceerd, eenzijdig, rellerig en ja, uitermate provocerend. De man heeft een bepaalde stijl. Satire, waar een deel van de mensheid (denk ik, anders was ie wel van de buis gehaald, waar het draait om kijkcijfers) goed op gaat. Ik persoonlijk vind er niks aan, maar ik heb dan ook geen gevoel voor humor. Ik moet ook nooit lachen om cabaretiers. Maar er zijn dus mensen die dit grappig vinden. Je moet het een beetje zien als zo’n ‘roast’, waarin alles in de overtreffende trap wordt afgezeken.
We slaan de plank mis
Lubach richt zich in zijn show (het woord zegt het al, het is gericht op vermaak. Dat deden we ooit in een ver verleden door mensen voor publiek door wilde dieren aan stukken te laten rijten hè) specifiek op sport, eigenlijk alleen op topsport. Hij zegt niet dat we niet mogen paardrijden, hij beperkt zijn commentaar tot een deel van alle activiteiten die met paarden worden gedaan. De boze reacties dat paarden toch ook worden gebruikt voor ‘fijne dingen’, zoals een buitenrit of therapie, slaan dus mis. Ook het weerwoord dat er daarbuiten zo goed voor die paarden wordt gezorgd en dat paardensport een groot economisch belang heeft is een zijstap. Het simpele feit is dat hij gelijk heeft in wat hij laat zien. Even los van alle emotie die het oproept. Je kunt het niet leuk vinden, maar de keuze om over een hindernis te springen of een bepaald huppelpasje opzij te maken in wedstrijdverband is van ons. Het paard, na eeuwenlange geselecteerde fokkerij, is zo gewillig om naar ons te luisteren. De reden waarom we dit van paarden vragen begint met passie, maar er zit een component ego en geld in het vervolg. Laten we daar nou gewoon eerlijk over zijn.
Is (top)sport altijd zo fris…?
Natuurlijk zorgen we goed voor onze paarden. Volgens mij stond dat niet ter discussie. Anders kunnen we niet met ze doen wat we willen doen. En nee, als ze echt niet willen, kun je geen 600 kilo over een heel parcours van 1,40 hoog dwingen. Of door een dressuurproef met allemaal ingewikkelde bewegingen martelen. Dat we ze zo hebben gefokt dat ze dat wel doen is een feit. Is het verderfelijk dat we (top)sport doen met paarden? Dat is eigenlijk de vraag waar het om draait. Want sport draait om presteren en winnen, waarbij ego en geld uiteindelijk wel een rol spelen. Iedereen roept ach en wee over Nederlandse turnsters die hun mond hebben opengetrokken over trainers waardoor ze werden mishandeld. Ik weet eerlijk gezegd niet wat er zou gebeuren als paarden konden praten. Want laten we nou niet de vermoorde onschuld lopen uithangen.
We doen het toch
Ik heb lang zitten nadenken hoe ik denk over sport met paarden. Dat op zich geeft al te denken. Misschien moeten we er gewoon eerlijk over zijn. We beseffen dat het niet de vrije keuze is van het paard, maar we doen het toch. De meesten van ons proberen dat zo goed mogelijk te doen, maar het gaat wel eens mis en er zit ook wel eens een rotte appel tussen. Maar echt niet alle turntrainers zijn rotzakken en zo is het bij ons ook. Boem, de naakte waarheid. We blijven gewoon paardrijden en dat betekent niet dat alle paarden daar zwaar onder lijden. En verder, wie geschoren wordt moet stilzitten. Het is helaas met pestkoppen zo dat hoe meer kabaal je maakt, hoe harder ze lachen.