Naar de poezenhemel

Het is maar een poes, waarom ben ik nou zo verdrietig? Ze was oud, heeft een prachtig leven bij ons gehad. Gisteren kon ik nog drie keer overeind omdat mevrouw erin-eruit-erin wilde door de gangdeur en weigerde door de openstaande tuindeuren te gaan. Maar toen ze ’s avonds niet achter me aan liep naar stal om de paarden af te voeren en vanmorgen niet onder de trap zat te mekkeren toen ik uit bed kwam, wist ik eigenlijk al dat het mis was. Want ze week normaal nauwelijks van mijn zijde. Zelfs als ik te paard zat, zat ze naast de schuur naar me te kijken.

Iets te kattig

Sommigen zijn hondenmensen, sommigen zijn kattenmensen. Ik ben allebei en je kunt nog een hele rij dieren aan die lijst toevoegen. Maar mijn relatie met katten is altijd bijzonder intens. Ik kan met ze communiceren. Het klinkt wat zweverig en dat ben ik zeker niet. In een ver, ver verleden ben ik ooit eens iemand tegengekomen die aan waarzeggen doet. Ze keek me schuin aan en zei dat ik in mijn vorige leven een kat ben geweest. Ik moest maar eens goed mijn handen en voeten op sporen onderzoeken, want die zouden er vast nog zijn. Nou, nooit iets kunnen vinden, maar volgens mensen die me niet zo aardig vinden verklaart het veel…

Allemaal even schattig

Suus was wel een apart exemplaar. Een behoorlijke scheut Siamees bloed, altijd klein en mager gebleven. We gingen naar kittens kijken, ik geloof dat het er wel twaalf waren. Hoe kan je daar nu uit kiezen, ze zijn allemaal even schattig. We wilden er twee. Dat leek ons gezelliger voor ze (foute gedachte) en het is wel nodig om het muizenbestand bij ons binnen de perken te houden. Partner kwam op het lumineuze idee om de eerste die op ons af kwam te kiezen. Dat was Suus.

Naar haar broer Tobias keek ze al snel niet meer om. Dat idee van gezellig samen hebben katten niet zo. Ze nam haar intrek in de schuur bij de paarden. Ze mocht wel in huis, maar daar had ze geen behoefte aan. Alleen als het echt vroor dat het kraakte, wenste ze een kussentje onder de verwarmingsketel in de bijkeuken. In mijn kantoor lag ze ook graag, bij voorkeur half op mijn toetsenbord, waar ik dan braaf in een rare kronkel omheen zat te werken.

Tobias werd helaas al op jonge leeftijd platgereden. Heel naar. Ik mopper wel eens dat er op onze landelijke weggetjes wordt gescheurd als op een formule 1 circuit, maar katten kunnen ook heel stom oversteken, dus het is niet altijd de schuld van een lokale Max Verstappen. Alleen de slimmeriken kijken uit en dat was Suus.

Gewapende vrede

De komst van onze twee witte poezenmannen beviel haar maar matig. Zodra ze hun neus in de schuur vertoonden, werden ze er hardhandig uitgejaagd. Dit ging in de loop der jaren over in een soort gewapende vrede, maar echt knus werd het nooit. Toen die twee kort na elkaar overleden aan kanker, troffen we tot onze verbazing ineens Suus in de kamer aan. Vanaf dat moment besloot ze huiskat te worden. En wij werden haar bedienden. Net als de honden, waarmee ze het beter kon vinden dan met soortgenoten. Maar waar zij wilde liggen, konden de honden vertrekken. Ze hoefde ze alleen maar aan te kijken.

Hartverscheurend verdriet

Dat het minder werd, was me al even duidelijk. Ze werd nog magerder dan ze al was. Ontwormen en zoveel lekkere hapjes als ze maar wilde hielp niets. Nadat ze vanmorgen niet kwam opdagen vond partner haar in de hooikap. Het was maar een poes en er zijn er zo velen. Toch voel ik een hartverscheurend verdriet.

Ik heb even tijd nodig om er overheen te komen, maar dan ga ik beslist weer op zoek. Liefst opnieuw iets met Siamees erin. Kan ik tenminste weer op niveau met iemand spreken…


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , , , .