Bij voorbaat excuses aan alle mannen die dit niet doen. Maar kan jij het soms niet laten, dan een welgemeend advies: doe het niet. Ik spreek namens alle vrouwen. We vinden je acuut een ongelooflijke l*l…
Ik heb sinds enige tijd een elektrische fiets. Dus als ik tot ontdekking kom dat er geen brood meer in de vriezer ligt, dan haal ik tegenwoordig niet langer mijn schouders op om het bij een appel te laten. De Koog is vlakbij en met deze fiets is dat zelfs bij windkracht 8 een eitje, dus ik haal even vers brood. Zo ook van de week. En het was prachtig weer, dus ik genoot zelfs van het ritje. Iets dat voorheen niet denkbaar was in de combinatie met het woord ‘fiets’. Ik vond het zelfs zo leuk, dat ik besloot om de toeristische route terug te nemen, in plaats van de kortste weg.
Ik fietste terug via de noordkant van het dorp, langs het prachtige duingebied van De Nederlanden, met op de achtergrond het oorlogsschip, wat helemaal geen boot is, maar een rijtje bomen die, vanaf een afstandje als je redelijk slechtziend bent, wel iets weghebben van een driemaster. Tja, in de oudheid hadden ze geen Specsavers. Maar goed, het is een mooi gebied en min of meer mijn achtertuin. Dus ik zat zeer tevreden op mijn fiets.
Bijna thuis en…
Een flink eind in het buitengebied ging ik rechtsaf het fietspad op. Dit is het Waalenburger pad, het noordelijkste stuk. Dit deel eindigt bijna recht tegenover onze schuur. Ik fietste blijmoedig naar huis, me verheugend op de verse broodjes. Bij het eind aangekomen stopte ik voor de kruising met de weg, want ik hoorde een auto naderen. Mijn fiets stond al gericht naar links, waar de oprit van onze schuur is. Om het fietspad te vervolgen moet je hier een meter of dertig naar rechts.
Hij wist het beter
Naast mij stopte een man op een sportfiets. Type aardrijkskundeleraar, net gepensioneerd. Er was geen vrouw bij en al snel snapte ik waarom. Hij keek minzaam opzij en zei: u moet hier naar rechts. Als volwaardig eilandbewoner ken ik bijna iedereen hier. Dit was geen Texelaar, zoals ook aan zijn accent te horen was. Er zat geen vraag in zijn woorden. Het was niet eens een constatering, meer een opdracht, met enige nadruk uitgesproken. Ik tilde een wenkbrauw op, lachte vriendelijk zonder mijn stuur van positie te laten veranderen en maakte aanstalten om verder te rijden. Hij gaf zich echter niet zomaar gewonnen. ‘Het fietspad gaat daar verder.’ Hij wees met gestrekte wijsvinger en zijn hoofd maakte een dringende beweging in diezelfde richting.
Alsof ik doof was
Ik bedankte hem vriendelijk, nog steeds zonder aanstalten om in de door hem zo vurig aangeduide richting te gaan. De deur van onze schuur was slechts een paar meter van me verwijderd. ‘U moet het zelf weten hoor, maar ik zou het niet doen’, klonk het al wat dreigender. Hij praatte steeds luider, om zijn woorden kracht bij te zetten. Of om die onnozele vrouw die niet wilde luisteren duidelijk te maken dat ze beter gewoon kon doe wat hij zei. ‘Het maakt niet zoveel uit naar welk dorp u toe moet, dit pad is echt de beste route’, zei mijn zelfbenoemde Texelgids.
Geen spoor van schaamte
Ik knikte nog maar eens beleefd en had moeite om een diepe zucht binnen te houden bij dit typische gevalletje van mansplaining. Het werd tijd om hem uit zijn lijden te verlossen. Ik zette aan, liet mijn fiets uitrollen met één been steppend naast de trapper. Met één hand schoof ik de schuurdeur open. Terwijl ik mijn fiets naar binnen duwde kon ik het niet laten om om te kijken. Hij stond nog steeds stil, niet eens verbouwereerd, maar met een licht geïrriteerde trek op zijn gezicht.
Als hij inderdaad leraar was, heb ik nu al medelijden met zijn voormalige leerlingen.