Het was me het Texelweekend weer wel. Drie dagen paarden op een wedstrijdterrein, dat is zelfs voor mij best veel. Wat niet meehielp was het weer. Maar je moet maar zo denken: als je paard dit goed doorstaat, dan kan je alles aan.
Om te jureren ook niet altijd makkelijk. Je zit aan een krap schema vast, dus je kan iemand niet even de bui laten afwachten in een ring met zoveel starts en daar achteraan nog een vol middagprogramma. Natuurlijk reageren paarden op harde regenvlagen. En oliedomme mensen die bij windkracht zes vlak naast je baan paraplu’s opsteken. Soms moest ik echt ruitenwissers aanzetten en daarvoor moet de auto starten, anders staat ie aan het einde van de dag met een lege accu. Ook daar reageren sommige paarden op. Ik kan echter geen punten geven voor wat ik denk dat het paard misschien zou doen zonder die afleidingen. Kantelt hij tegen de regen of kantelt hij altijd omdat ie scheef is? Feit is dat hij kantelt en daarom gaat het cijfer naar beneden. En gezien de omstandigheden bij mij dan wel iets minder hard. Een zes wordt een vijfenhalf in plaats van een vijf.
Díe is streng…
Ik kreeg in de wandelgangen via anderen te horen dat ik toch wel erg streng werd gevonden. Wat ik vrolijk beaam. Je rijdt Z, dan mag er toch wel wat worden verwacht? Als je beter rijdt, zijn je punten hoger. Maar ja, dat kan je tegenwoordig niet meer zeggen hè. Teveel tere zieltjes. Die ineens wel mondig zijn als ze ernaast staan en jij niet in de buurt bent. Er is welgeteld één ruiter naar me toegekomen. Overigens zat in de andere baan een goede collega op allerlei fronten, want ze is ook schrijver. En hoewel ze een andere proef jureerde lagen onze punten ongelooflijk dicht bij elkaar, met bij de meesten slechts 1 of een halve punt verschil. Zegt ook iets hè, als we er allebei zo over denken.
Gebruik je eigen hoofd!
Ik weet niet of het over mij ging, maar ik hoorde van de federatievertegenwoordiger dat er was geklaagd over een jury die bij een drie en een vier niets had bijgeschreven. Ik heb dat ook ergens in dat hele weekend gedaan! Mijn schrijfsters zitten met het zweet in hun nek te werken en schrijven bij mij hun vingers blauw. Hele boekwerken laat ik erbij zetten. Maar kom op zeg. Als het cijfer richting een vier of lager gaat, dan is dat niet omdat een paard slechts een beetje iets fout doet. Dan is er al iets behoorlijk mis aan het gaan. Als je met een bok scheef in de verkeerde galop aanspringt, met een paard dat zijn hoofd in de lucht steekt en je rijdt onverstoorbaar door de lange zijde op, waar je uitgestrekte galop moet laten zien, waarna je halverwege tot ontdekking komt dat je verkeerd zit en dan pas besluit daar iets aan te doen, wat pas tegen het einde van die lange zijde gebeurt via de draf, wil je dan serieus dat ik op het briefje laat schrijven ‘verkeerde galop’? Want tijd om al die andere dingen die mis gingen erbij te zetten is er niet. Soms begrijp ik ruiters niet hoor. Dat je wilt weten wat er mis was bij een vijf, beter kan bij een zes of zeven snap ik en probeer ik – voor zover gepruts in een auto met te weinig tijd- dat toelaat aan te voldoen. Bij die drie en vier mag je ook gewoon je eigen hoofd gebruiken!
Piep, piep, piep…
Die auto’s was trouwens nog een dingetje. Ik had er eentje van de organisatie, omdat één iemand schreef en een ander de tablet van Equiscore bediende. Mijn eigen auto heeft geen achterbank. Dus een luxe slee van een garage mee. Maar die had allemaal fancy sensoren. Als er slagregen viel, moest ik hem starten voor de ruitenwissers en doken alle toeschouwers in de luwte naast en achter me. Waarop dus al die parkeersensoren gingen gillen… Duurde even voor we het knopje hadden gevonden om het uit te zetten.
Een einde aan de rek
Vijf uur jureren met een krap schema en ruiters die liever door wilden gaan als het net effe droog was, betekende dat de pauzes de mist in gingen. Maar ik had wel koffie mee, dus er komt een moment dat de rek zelfs uit mijn olifantenblaas is. Daar had ik dan een flinke bui voor uitgekozen, leek me fijn dat er dan even niet werd gestart. Dus ik haast me over het veld naar het ecoceetje-dixiegeval, al drijfnat voor ik daar aankwam. Die staat op een aanhanger bij de ingang van het veld, vervaarlijk heen en weer te zwiepen in de wind… maar ja, nature calls en helemaal terug naar de manege is geen tijd voor. Dus met doodsverachting zit ik in dat ding, dat beweegt als een fregat in een storm. Serieus, ik moest me gewoon vasthouden. In gedachten zie ik me daarin over het veld buitelen… Het was spannender dan een jong paard starten in die wind kan ik je verzekeren. En voor de ruiters die balen van hun uitslag: gewoon die gedachte vasthouden van hoe ik wegwaai in een plastic wc hokje….