Ik heb overdag in huis vaak zacht de radio aanstaan op 2. Gewoon om de stilte te verdrijven. Vooral voor de honden, die anders op ieder geluidje aanslaan. Ook op stal staat er op de achtergrond een radio aan overdag. Dat is tevens om een bewoonde indruk te maken als er iemand binnenloopt. En dan weet ik meteen of de stroom er niet af ligt.
Partner is meer van de inhoud, die zet ‘m in huis steevast op NPO 1. Waar ik dan weer de kriebels van krijg, al dat gediscussieer. Op één of andere manier wordt mijn hoofd daar erg onrustig van. Helemaal als het op verhitte toon is. En wanneer is dat tegenwoordig niet, alle gesprekken over dilemma’s lijken wel op ruzie uit te draaien. Doodmoe word ik van dat geouwehoer. Vooral in de auto is dit een dingetje. Gelukkig is de zender tegenwoordig met één druk op de knop te wisselen. De auto’s zijn uiteraard van ons allebei, maar omdat ik met de trailer rijdt, wordt het grote bakbeest in de wandelgangen voor het gemak ‘mijn’ auto genoemd. Als partner die wegens de laadruimte of trekkracht nodig heeft en ik daarna weer instap, gaat mijn hand automatisch al richting de radio.
Doe oordopjes in!
In mijn kantoor heb ik zelden muziek aan. Dat kan tegenwoordig wel erg eenvoudig via de computer, dus een aparte radio is niet eens meer nodig. Maar het stoort me meer dan het me helpt. Lang geleden had ik tijdens het huiswerk maken ook liever geen radio aan. Ik houd wel van muziek, maar niet van herrie. Ik kan me ontzettend ergeren als iemand een radio hard aan heeft en de hele buitenwereld daarvan moet meegenieten. Dat gebeurt op een toeristisch eiland nog wel eens. Stadsgasten in een vakantiehuisje denken kennelijk dat we allemaal keiharde house met openstaande tuindeuren erg waarderen, vooral om elf uur ‘s avonds. Je hebt ook altijd van die types in de wachtrij bij de boot, die hun favoriete nummer graag met de rest van de wereld delen en daarom gezellig ramen of zelfs deuren openzetten. Doe dan oordopjes in, denk ik vaak. Of ook erg: fietsers met een boombox achterop.
Kippenvelmuziek
Zet ik zelf nooit de knop op tien? Echt wel. Maar ik probeer daar anderen niet mee lastig te vallen. Helemaal omdat ik een aparte smaak heb. Nogal divers. Zwaar klassiek van Satie tot de CD Rattle and Hum van U2. Waar ik bijvoorbeeld ook erg van kan genieten is de muziek van de Efteling. Maar het allerleukste is kürmuziek. Als dat goed is gedaan, is het een climax van emoties. Waarbij ik meteen moet aantekenen dat het live nog veel meer impact heeft dan op een filmpje. Als je erbij bent, word je meegevoerd in het grote geheel en vallen details in het rijden minder op dan op beeld. Ik weet nog hoe het begon, met Anky en Bonfire. Kippenvel bij Song sung blue en later de prachtige Bonfire’s Symphony. Of kijk via youtube eens naar de kür van Andreas Helgstrand met de schimmelmerrie Matinee, die we helaas nooit meer hebben teruggezien. Nogmaals, even los van de rijkunst. Het gaat me om de emotionele impact van de muziek.
Nu we toch lekker bezig zijn: zoek de Who-kür van Tinne Vilhelmson met Don Aurelio op. Ook zo’n auditief hoogstandje. Ik was in Londen bij de Olympische Spelen, waar de ‘Land of Hope and Glory’ kür van Charlotte en Valegro insloeg als een bom. Ze deed dat dunnetjes over met ‘How to train a dragon’, wat alleen al qua titel voor een kür een prijs zou moeten winnen. Maar mijn absolute hoogtepunt is toch wel de Totilas-kürmuziek waarmee Edward Gal onlangs het NK won met Toto jr. Luister even alleen naar die muziek. Noem me een sentimentele dwaas, maar die vioolklanken in galop naar die bel tijdens de pirouette en je kunt me opvegen.
Als er weer iemand zijn voorliefde voor grunge, het levenslied of Duitse Schlagers met de buitenwereld deelt, al wachtende voor de boot, zal ik dit er eens tegenover zetten met de volumeknop open.