Er zijn mensen die mij maar een kreng vinden. Niet dat ik daar erg wakker van lig hoor, maar ik denk uiteraard zelf dat dat wel meevalt. Het komt misschien wel eens kattig over, maar ik ben vooral duidelijk. Dat valt niet altijd even goed in deze tijd, waarin alles, inclusief woorden, in bubbeltjesplastic verpakt moet worden.
Ik vind het vermoeiend, dat ontzettend op je woorden moeten letten. Onnodig ruw, hard of kwetsend is beslist niet mijn stijl, maar als ik iets oeverloos gezwets vind zeg ik dat wel zo. Ik ben mondeling directer dan op papier. Misschien omdat ik er dan iets langer de tijd voor neem om te bedenken hoe iets overkomt. Face to face heb ik het er vaak al uitgeflapt voordat ik denk ‘oeps’… Maar uiteindelijk is het wel hoe ik erover denk. Het lijkt me handiger dan al die wolligheid die maar weer misverstanden oplevert. Als je er benauwd voor bent doe je er dus goed aan om mij schriftelijk te benaderen…
Een compleet discussieprogramma
Bij paarden heb ik het ook. Maar daar vind ik het helemaal een prettige eigenschap. Als er eentje iets doet wat niet mag, heb ik al opgetreden voordat ik bedenk dat dat bij een onervaren jong dier of een brutale patser nog wel eens een tegenreactie kan geven. Die blijft meestal uit hoor, want paarden begrijpen duidelijkheid. Sterker nog, ik denk dat er de laatste tijd best veel mis gaat door onduidelijkheid. En dat zit ‘m dan in het misverstand dat er een verband zou zijn tussen duidelijk en hardheid. Dat laatste is trouwens ook nog weer relatief, want je moet eens zien hoe hard paarden elkaar in de wei soms aanpakken. Maar goed, ik sla nooit als een wilde erop los. Maar ho is wel ho en lopen is lopen. Ik zie regelmatig mensen die er een compleet discussieprogramma van maken, waarbij een paard met een losse flapperteugel van alles zelf mag beslissen. Dat willen ze helemaal niet. Ze willen weten waar ze aan toe zijn. Van al die onduidelijkheid onder het mom van ‘ik ben toch zo lief voor hem’ wordt een paard onzeker en schrikkerig.
Een slechte telefoonverbinding
Nog even over die flapperteugel. Dat lijkt misschien lief en zacht. Dat is het echter niet. Stel het je voor als een telefoon met een slechte verbinding. Je moet je ontzettend inspannen om te begrijpen wat de andere kant bedoelt. Gevolg is dat je zelf ontbrekende stukjes gaat invullen, waarbij het maar de vraag is of dat ook staat voor wat er werd gezegd. Een paard communiceert non-verbaal. Die teugel is een middel om dat mee te doen. Niet zo strak dat het pijn doet, want dwang nodigt nooit uit tot samenwerking. Maar wel elastisch en constant contact, zodat je iets kunt overbrengen. Dat zo houden is hartstikke moeilijk, want een paard beweegt. Het vergt dus lenigheid, elasticiteit maar vooral ook onafhankelijkheid in je houding en zit. Je moet met je armen kunnen meebewegen met het hoofd, los van wat jouw lichaam doet. Dat op zijn beurt weer alle kanten op gewerkt wordt door dat paard. Er zijn tal van metaforen voor goede verbinding. De tong in je vingers voelen, twee kuikentjes in je handen, glaasjes champagne rechtop houden…ga zo maar door. Het is echt een kwestie van altijd aan denken. Ik probeer het al mijn hele rijdende leven en ik ben er nog niet goed in.
Ik heb er beeld bij
Als we het hebben over duidelijkheid en verbinding is dat een kleine stap naar de eeuwige discussie over de krul. Die laaide onlangs weer even op in mijn timeline. Ik ga het nu maar eens even bot zeggen. Het gaat niet om die krul, maar om goed paardrijden. De bedoeling is dat je door training de rug in staat maakt om jou te kunnen dragen, want daar is een paard van nature niet voor gemaakt. De achterbenen moeten verder ondertreden, de voorkant zachtjes opgevangen, zodat de hangbrug tussen de pilaren omhoog buigt. Door de focus op de krul in de hals, wordt die rug vergeten. Als je een paard zijn hals bij elkaar trekt, gaat de rug juist de verkeerde kant op en dus stuk op den duur. Dat gezegd hebbende is de rondheid in de hals wél onlosmakelijk verbonden met het bol maken van de rug. Dus als er in de B op een protocol staat dat een paard ‘ronder’ moet zijn, dan heb ik daar wel degelijk beeld bij. Je kunt er in die vijf minuten proefje niet een heel boek bijschrijven om zachtjes in te kleden hoe je dat precies bedoelt als jury. Als dat ‘ronder’ door de ruiter vervolgens wordt vertaald in ‘ik moet kennelijk meer trekken’, dan is er werk aan de winkel voor de instructie.
Waar is de paal?
Vorige week had ik vergeten erbij te zetten dat de paal er nog stond. Dat kwam deels doordat ik was gebeld door een aardige meneer van de gemeente, die aankondigde dat het die week nog niet was gelukt, maar dat ie deze week weg zou gaan. Ik had dus hoop. Woensdag stond ik stallen uit te mesten toen er een grote vrachtwagen stopte, waar twee mannen uitstapten. Ze hadden ‘m er een paar weken geleden neergezet. En ja, ze vonden het toen ook al een beetje een gekke plek. Kortom, de paal werd afgevoerd en het gat gedicht. Mijn vertrouwen is weer enigszins hersteld.
En het is helemaal een feestweek, want zaterdag komen de eerste nieuwe balen kuil.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.