Ik ga op reis en ik neem mee…

Als jullie dit lezen is het weer tijd voor het grote V-woord. Vakantie. Dat werkt heel raar in mijn hoofd. De aanloop er naartoe, normaal toch iets waar iedereen zich op verheugt, is voor mij een stressvolle periode. Mijn partner is druk in de weer met routes, kaarten en lijstjes. Hij doet zijn uiterste best om dat voor zichzelf te houden, maar wil toch af en toe de vreugde die hij daarbij voelt met me delen. Dat is lief bedoeld, maar op zich al genoeg om mij zenuwachtig te maken.

Hoewel ik zelf heb meebepaald wat het doel wordt en ik er echt naar uitkijk om dat land te ontdekken, krijg ik tijdens de voorbereidingen slapeloze nachten. Wat compleet idioot is. We hebben de perfecte oppas in huis, waarbij alle beesten in vertrouwde handen zijn. De hele buurt is staande bij om bij te springen, mocht er iets aan de hand zijn. Ik heb een pinpas en creditcard op zak, dus als ik iets vergeet mee te nemen is dat zo opgelost. Ik ben een expert in reizen met slechts drie schone onderbroeken en de kleren die ik aan heb, want op een motor kan je nou eenmaal niet veel meer meenemen. Dus ik begrijp eerlijk gezegd helemaal niets van mezelf.

Out of my hands

Het gekke is dat ik voor werk wel vaker op reis moet. Interviews of lesgeven in het buitenland, daar draai ik mijn hand niet voor om. Ik heb geen hekel aan vliegen en weet me op altijd goed te amuseren met mensen kijken. Het verschil is dat ik dan ergens heen ga met een duidelijk doel, ik ga iets doen. Nu ga ik ook iets doen, namelijk een mooi land bekijken, maar op één of andere manier is dat toch niet helemaal hetzelfde. In de aanloop dan hè, want het gekke is dat als ik eenmaal hier de deur achter me dicht trek, er niets meer aan de hand is. Ik kan goed loslaten. Het zit ‘m in al het geregel ervoor. Het gevoel dat ik anderen opzadel met iets dat mijn verantwoordelijkheid is, die ik nogal zwaar opvat. Ben ik eenmaal weg, dan is het ‘out of my hands’ en dan berust ik daarin. Dus heb geen meelij, ik geniet er heus wel van. Als ik maar eenmaal op pad ben.

Discriminatie?

Wij hebben iets met de zee. Geen wonder, als eilandbewoner. Ik word vaak gevraagd of dat niet lastig is, altijd met die boot. Voor ons is dat ingebakken, niet iets dat wij als belemmering ervaren. Natuurlijk is het even een geregel als je ’s avonds niet terug kan. Maar daar staat zoveel moois tegenover. En qua reistijd valt het echt mee, iemand uit Groningen of Limburg doet er vaak langer over naar het midden van het land. We merken wel vaak dat de reis van ons naar elders kennelijk korter is dan andersom, omdat wij die boot niet als obstakel zien, maar ‘overkanters’ vaak wel. Van discriminatie merk ik niet veel. Misschien dat er ooit baantjes of klussen aan me voorbij zijn gegaan als een opdrachtgever ‘Texel’ hoorde, maar we zijn hier goed aangesloten op de 21e eeuw, dus veel werk kan digitaal. En als jurylid reken ik de boot nooit (die overigens voor ons inwoners goedkoper is) want je moet wat voor je sport overhebben en ik heb de -misschien overschattende- gedachte dat ik door positief te jureren met veel aanwijzingen erbij ruiters vooruit help. En dat doe ik het liefste.

Altijd langs de zee

De zee dus. Mijn partner kan ook genieten van inlands berggebied, maar dat red ik alleen beperkt, als er sneeuw ligt. Hij had in een ver verleden het plan opgevat om me na een zomerse wandeling in de Alpen ten huwelijk te vragen bovenop een berg. Nou, die fles champagne kon ongeopend mee terug in de rugzak, want ik vond het er verschrikkelijk. Vandaar dat onze reisdoelen nu wijselijk zijn gekoppeld aan de zee. Terwijl jullie dit lezen zit ik mijn eerste gintonic te drinken op een ferry.

Ireland…here we come.


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , , , , .