‘Heb je inspiratie nodig? Schrijf over Hans…’ Deze reactie van één van mijn leerlingen zegt jullie niks, maar ik moest er om grinniken. Haar paard heet namelijk helemaal niet zo. Ik noem hem Hans Klok, omdat hij soms een grote illusionist is. En ik heb nóg een Hans in mijn leerlingenbestand. Alleen toonde die hoe belangrijk het is om paarden áltijd het voordeel van de twijfel te geven.
Gedrag dat een paard iets oplevert, wordt herhaald. Het is misschien wel de allerbelangrijkste les die je tot je moet nemen, als je met paarden omgaat. Of met kinderen. Of met honden. Katten niet, die hebben een compleet eigen logica.
Creëer je eigen valkuil
Wat paarden betreft is het de basis van alles. Als een paard iets als ‘leuk’ of ‘prettig’ ervaart, is dat een reden om het gedrag dat daartoe leidde te herhalen. Dat gebruiken we dagelijks om ze te laten doen wat we willen. Het gaat echter ook op als er iets minder prettigs gebeurt en we meestal onbewust verkeerd reageren. Een paar voorbeelden die jullie vast herkennen. Uitgebreid belonen als een paard ergens voor wegspringt. Waarbij je hem dus eigenlijk zegt dat het goed is dat hij zo reageerde. (En ga nou niet straffen, want dat geeft ook de verkeerde boodschap. Negeren en niet de hoek in dwingen tot de angst is geluwd en hij er min of meer vanzelf in loopt werkt het beste.) Of het geklooi als een paard de trailer niet in wil. Op zich niet vreemd dat een vluchtdier niet staat te popelen om een klein hokje zonder uitweg in te stappen. Hij moet al veel vertrouwen in de begeleider hebben om mee erin te lopen. Jouw lichaamstaal speelt mee. Als je zelf onzeker bent of hij het gaat doen of je draait je lichaam zo naar hem toe dat je hem daarmee eigenlijk tegenhoudt, dan geeft dat aan dat het niet pluis is. Goed mee leren lopen aan de hand, op een licht commando kunnen stoppen, weer voorwaarts en ook achterwaarts, is een voorwaarde. Als dat al niet klopt, vergeet die trailer dan voorlopig ook maar even.
Irritant gewiebel
Mijn DD is op zich een goede lader, alleen heeft hij soms niet meteen zin om bij zijn vriendjes weg te gaan. Ik zet hem dan voor de klep en beweeg zijn hoofd heen en weer. Hij mag niet naar beneden, want ik wil dat hij in balans op zijn benen blijft staan. Hoofd omhoog maakt me niet uit, ik blijf zijn neus heen en weer duwen. Dat vindt hij irritant. Maar ik laat hem zelf uitvogelen wat de bedoeling is, dus ik trek niet naar voren. Als hij ook maar één stap naar voren maakt, stop ik even met het bewegen. De pas in de door mij gewenste richting levert hem dus op dat dat stomme geslinger van zijn hoofd stopt. Stapt hij terug, dan ga ik door met het bewegen en plaats ik hem weer voor de klep. Het duurt nooit lang voor hij door heeft dat hij het vervelende gewiebel kan stoppen door naar voren te stappen, de trailer in. Bij dit alles is een ijselijk geduld nodig. Boos worden, meppen of schreeuwen is uit den boze. Na een paar keer hoef je maar even te wiebelen of hij kiest eieren voor zijn geld. Oefenen, herhalen en vooral geen haast hebben.
Slimme Hans
Situatie Hans is ook zo’n voorbeeld. Hans, die dus geen Hans heet, heeft een fantastisch baasje, dat altijd bezig is met zijn welzijn. Misschien soms té, want als er iets niet helemaal gaat zoals het moet, denkt ze als eerste dat zij het helemaal fout doet of dat hij wat mankeert. Zo hield Hans een klein beetje in. Zijn baasje gaf been, misschien iets te hard of te plotseling, want hij reageerde door naar haar been te slaan. Daar schrok ze van, want dat is natuurlijk niet goed. Hij mocht meteen even stappen aan een lange teugel… Deze Hans is een zeer slim heerschap, die zodra ze de teugels aannam en weer weg wilde draven, meteen dacht: ‘aha’, met voor hem het gevolg dat hij terug naar de wei mocht.
Deze Hans heeft bepaald geen vervelend leven. In onze landelijke omgeving met zandgrond staan paarden jaarrond overdag in de wei tussen soortgenoten. Zijn baasje is lief en zacht, doet zeer veel afwisselende dingen met hem en hij krijgt alle zorg die je maar kunt bedenken. Ik ben de eerste om te roepen dat je je paard door een goede dierenarts moet laten checken als iets dat altijd gewoon ging ineens niet meer wil. Want de kans dat hij iets voelt en daarom zo reageert is reëel. Alleen was er verder aan Hans helemaal niets te zien. Geen krasje, niet onregelmatig, niks. Tijd voor de instructie om zich ermee te bemoeien. Ik liet het baasje, zodra Hans ook maar met zijn been dreigde, even flink voorwaarts rijden. Echt voluit weggalopperen. Dat hoefde ze maar twee keer te doen en er was niets meer aan de hand, Hans liep als een zonnetje. Gedragsdeskundigen zeggen dat paarden je niet in het ootje kunnen nemen, maar dit kwam er wel dicht bij. Vandaar zijn nieuwe bijnaam, die hij vast snel kwijt is, omdat zijn baasje -nu iets doortastender- weer gewoon lekker kon rijden.
Niet van suiker
Hans 2 is een vergelijkbare situatie, met net zo’n zorgzaam baasje. Hij wilde ineens niet meer linksom. Maar omdat hij ook op de rechte lijn niet goed liep, was dit wel een gevalletje voor een röntgenfoto, met inderdaad een ontsteking, die gelukkig is te verhelpen. Ik blijf erbij dat het verstandig is om, als iets ineens niet wil, na te gaan of een paard ergens last van heeft. Begin bij een paardenarts met op zijn minst een röntgenapparaat. Maar het kan geen kwaad om het ook even met je instructeur te bespreken. Met als motto de wijze woorden van mijn Engelse instructeur John: ‘Ze zijn niet van suiker. Als hij echt iets mankeert, merk je dat heus wel.’