We zaten woensdagavond samen onder een dekentje voor de TV. Mijn neef Duco belde. Ik dacht dat het over de verjaardag van mijn zus ging, waar ze net die middag een uitnodiging voor had geappt. ‘Mammie is dood’, bracht hij er tussen de snikken door uit. Zulk nieuws is zo verbijsterend, dat het niet tot je doordringt.
Mijn zus Wendy is tien jaar ouder dan ik. Ik moet zeggen ‘was’, maar dat wil er nog niet in. Waar ik van het behoudende brave en piekerende soort ben, was zij van de wilde feesten en partijen. Ze woont in het Gooi en was met vriendinnen van de Lionsclub de hele dag druk met het versieren van kerstbomen, wat ze jaarlijks doen. Daarna zouden ze patat halen bij de snackbar. Ze stapt bij één van hen in de auto, doet haar gordel om en…weg. Er is gereanimeerd tot in het UMC, waar ze vlakbij was, maar dat was kansloos. De conclusie luidde dat ze waarschijnlijk op slag dood was door een gescheurde hartslagader. Geen waarschuwing, geen aanleiding, niet ziek, gewoon ineens weg.
Politie aan de deur
Mijn nichtje Pien kreeg een hartverzakking, want die had twee politieagenten aan de deur. Mijn neef werd door de politie gebeld en vervolgens door een vriend naar het UMC vervoerd, terwijl hij onderweg mij alarmeerde. Partner en ik zaten op de bank elkaar verdwaasd aan te kijken, laatste boot uiteraard al weg natuurlijk. Niet dat het veel nut had gehad om nog die kant op te gaan, want je kan op dat moment toch niets meer doen. De volgende ochtend hebben we afgesproken in haar huisje, waar ik geregeld logeerde als ik voor werk in het midden van het land moest zijn. Een onwerkelijke situatie. Kerstversiering, koffie uit haar kopjes, een uitvaartondernemer die kleding wil meenemen om haar aan te trekken.
Het gaat sneller dan mijn hoofd
Wij zijn een regelige familie, dus in no time hadden we bedacht hoe we het afscheid wilden doen. Daar ging nog wel wat aan vooraf, want we konden met geen mogelijkheid in haar telefoon komen en de code was onvindbaar. Met hulp van haar vriendinnen en veel gezoek werden adressen achterhaald. Het heeft een functie, dat je zo druk bent. Geen tijd om ergens aan te denken. Maar na een dag ben je wel uitgeregeld, dus terug naar huis, via het uitvaartcentrum. Normaal kijk ik nooit in een kist. Ik koester liever herinneringen. In dit geval heb ik het wel gedaan, gewoon omdat het zo onwerkelijk is. Misschien dat het daardoor zou doordringen. Maar ze was het niet meer.
De uitvaart was woensdag. Precies een week na haar plotselinge vertrek, wat voor mij meer een verklaring is dan het woord ‘overlijden’. Het gaat allemaal zo razendsnel dat mijn hoofd het niet helemaal kan bijhouden. Ik geloof het nog steeds niet. Bij vlagen golft het door me heen. En dan voel ik me erg alleen.
Maak het kenbaar
Vrees niet, ik ga dit niet uitmelken. Ik vond alleen dat jullie een verklaring verdienden voor mijn plotseling afwezigheid op dit medium. En ik wil nog wel iets meegeven. Hoe ver het ook van je af staat, omdat je nog fit en jong bent, leg ergens een briefje neer met je laatste wensen. Echt, doe het. Het hoeft geen officieel document te zijn, als je maar gewoon opschrijft hoe jij het wil. De verstandhouding tussen mij en haar twee kinderen is goed, dus wij kwamen er wel uit. En dat gaat vast ook wel lukken met wat er nu nog moet worden afgewikkeld. Het is echter nog fijner als je zeker weet dat wat je doet in de geest is van iemand. Rest mij de speech die ik bij haar afscheid heb uitgesproken met jullie te delen. Gaan we het volgende keer weer gewoon over paarden hebben.
Wendy en ik schelen tien jaar. Er zijn perioden in je leven waarin dat verschil groot is en perioden waarin het minder groot lijkt.
Herinneringen aan vroeger? Wendy vloog het huis al uit toen bij mij net zo’n beetje de zijwieltjes van de fiets gingen. Van mijn schooljeugd kreeg ze weinig mee. En ik wist in die tijd weinig van haar, behalve dan de opwinding als ze in een weekend naar huis kwam met alwéér een nieuw exotisch vriendje. De hele verenigde naties zijn voorbij gekomen. Burkhard weet ik nog. Die was leuk, want die speelde banjo.
Au pair in Engeland, au pair in Frankrijk. Studeren in Groningen. Werken in de bibliotheek in Utrecht. Altijd met veel vriendinnen, altijd feest. Alles wat aan Wendy wild was, was aan mij braaf. Was het daarom dat mijn ouders zich er nooit zo erg druk om leken te maken wat ze allemaal uitspookte? Ze kwam altijd wel weer op haar pootjes terecht. In die tijd was het leeftijdsverschil een onoverbrugbare kloof. We waren niet erg close, maar ook niet afstandelijk.
En ze was er altijd.
Er kwam een man -zowaar een Nederlandse- en een gezin. En bij mij ook een man. Het leven was druk. We zagen elkaar af en toe, kerst, verjaardagen, je kent het wel.
Maar ze was er altijd.
Niemands leven gaat over rozen en dus ook het hare niet. De meest praktische hulp die wij konden bieden toen alles mis liep, was een goed tehuis geven aan hond Beer en poes Koosje. Beer, die de voor een labrador onvoorstelbare leeftijd van bijna 17 jaar heeft gehaald, was erg gelukkig bij ons. Ik weet dat ze daar heel blij mee was.
De genetische gelijkenis werd in de loop der jaren steeds meer zichtbaar. Het gat tussen ons werd kleiner. We wisselden kleding uit. We hebben allebei kleine voeten en -zoals mijn wederhelft zal beamen- een behoorlijke schoenverslaving. We rollen allebei op dezelfde manier met onze ogen als we iets belachelijk vinden. En dat vinden we nogal eens. We hebben allebei een vreemde fascinatie voor huishoudelijke voorwerpen met roodwitte stippen. Daarnaast zijn we allebei nogal organiseerderig aangelegd. Ik zie nog de verbijsterde blik van de uitvaartleider van mama bij de snelheid waarmee Wendy en ik elkaar vonden en verstonden in het regelen van alles, zoals wij dat wilden. De arme man kreeg er geen speld tussen. Tja, als je iets geregeld wilde hebben, moest je bij de meisjes De Graaff zijn.
Maar er waren ook duidelijke verschillen tussen ons. Ik kon me er enorm aan irriteren hoe ze midden in een gesprek ineens op haar telefoon ging zitten kijken. Alsof wat ik zei haar niet langer boeide. En na wat er allemaal was gebeurd in haar leven, had ze voor zichzelf besloten niets meer in te slikken. Ze deed wat ze wilde en ze knalde er alles uit. Ongeacht hoe dat aankwam bij de ander. ‘Dat is dan maar zo’, zei ze. Ik had het daar wel eens moeilijk mee, want ik ben van nature nogal conflictvermijdend.
Maar ze was er altijd.
Eind oktober paste ze een weekje op ons huis op Texel met vriendin Henriëtte. Het was de laatste keer dat ik haar zag.
En nou is ze er niet meer.
Zomaar ineens heb ik geen zus meer.
Nooit meer.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.