Dit weekend waren de provinciale kampioenschappen van Noord-Holland. Ik was er dit keer niet. Hoewel, bijna wel, want ik was aanvankelijk opgeroepen om te jureren. Wat me binnen de eigen regio eigenlijk best apart leek, maar de KNHS vond het goed. Ik werd echter afgemaild, wegens gebrek aan deelnemers. Keurig op tijd hoor en ik vind dat nooit zo erg. Liever dan dat je ergens komt voor maar zes ruiters.
DD is nog druk aan het revalideren en er deden dit keer eens geen leerlingen mee. Dus ik heb me op achterstallig snoeiwerk in de tuin geworpen en de verslagen op facebook gelezen. De Texelse afgevaardigden hebben het super gedaan. Maar ik las ook berichten over de onrustige omgeving en dat zette me aan het denken.
Hele families mét koelbox
Het park waar deze wedstrijd wordt gehouden ligt tussen Haarlem en Hoofddorp. Bij mooi weer stroomt de hele stad leeg in deze richting. Wie wil er nou niet genieten van buiten zijn in de natuur. Een deel van de banen ligt vlakbij een speeltuin met klimrekken. Maar dat is nog net ver genoeg weg om geen last van te hebben. Wat lastiger zijn de banen die verderop op het gras liggen. Nietsvermoedende stadsmensen en -kinderen, die geen idee hebben, lopen daar vrolijk voetballend tussendoor, picknickkleden opschuddend, hele families met koelbox en badmintonrackets. Ik heb gezien hoe er een barbecue werd aangestoken op het terrein waar ook werd losgereden. Vorig jaar begon er, tegelijk met het overkampen van de L, een fitnessclub vlak achter een baan, waarbij ze met van die scheepstrossen gingen zwiepen.
Dressuurruiters zijn zeikerds
Dressuurruiters staan vaak bekend als zeikerds, die het liefst in zo’n steriel mogelijke omgeving hun proefje rijden. Als er geen speld mag vallen als je rijdt, klopt er iets niet aan je basis africhting. Ik ben, na een paraplu-incidentje op een wedstrijd, ooit een week lang dagelijks met een paraplu op de wei in gelopen. Net zo lang tot ze er juist op af kwamen. Tja, als je iets wil, moet je oefenen. Dat geldt ook voor spandoeken of bloempotten naast de baan.
Met Socrates zonk de moed me vaak al in de schoenen als ik de aankleding van een rijbaan zag. Je kon er geen peil op trekken bij hem. De ene keer ging hij probleemloos langs een klapperend surfzeilachtige markering (in Schoorl), de volgende keer stond hij bij de X al achterstevoren en heb ik de tweede helft van de bak nooit bezocht wegens een gek reclamebord in de vorm van een doelwit (in Middenmeer). Het kan je overkomen, maar het had er natuurlijk alles mee te maken dat ik die basis nog niet goed genoeg voor elkaar had. En een beetje met het type paard, want Socrates is een piekeraar en een stresskip, terwijl DD na één keer blazend erlangs gaan zijn schouders ophaalt als het hem niet heeft opgegeten en er dan vervolgens probleemloos langs blijft lopen. Ik ben maar één keer met hem in de problemen geraakt tijdens een proef. Er zaten drie mensen op een stoel vrij dicht naast de baan. Die besloten op te staan en weg te lopen, toen ik net over een diagonaal hun richting op kwam in uitgestrekte draf. Het was een voortreffelijke sliding stop, waar ik in de Westernsport waarschijnlijk hoge punten voor had gescoord, maar die in de Z niet zo wordt gewaardeerd.
Een onzekere factor
Ik vind dat je als dressuurruiter ergens tegen moet kunnen. Maar ik vind ook dat niet-paardenmensen een onzekere factor vormen. Je kan het ze niet kwalijk nemen, maar ze doen soms dingen die vlakbij paarden niet handig zijn. Of ze sjokken doodgemoedereerd door je ring, zoals ik ooit in Abcoude een hele familie inclusief opa en oma in optocht zag doen. Ze stapten keurig over de witte hekjes, zich van geen kwaad bewust.
Als je op zo’n terrein je kampioenschappen houdt en je schermt het publiek niet voldoende af, dan wint misschien niet de beste, maar degene met het braafste paard. Maar hoe ver moet je gaan met dat afschermen? Ik zag een filmpje van Edward met de prachtige Total US, die tijdens outdoor Gelderland een show gaf, waarbij Hans Peter Minderhoud vlak naast de baan op olijke wijze commentaar gaf van onder een enorme paraplu, want het plensde. Het paard keek niet op of om en ging geconcentreerd door.
Ik denk dat ik eerdaags toch weer even een rondje met paraplu op door de wei ga …