Het was mooi weer en we waren al heel lang niet op pad geweest. Dus hoog tijd voor een tripje op de motor. Coronaproof, dus zelf een picknick mee. Nou vind ik zo’n tocht echt leuk als ik een doel heb. Zomaar wat rondrijden wordt al snel saai, helemaal nu je nergens kunt opsteken voor een bakkie. Dus had ik iets bedacht: we gaan naar de hunebedden.
Ik ben nooit zo van de routes voorbereiden, maar partner gelukkig wel. Ik heb daar geen geduld voor, maar ben de eerste om toe te geven dat je met enige planning wel op de leukere, landelijke weggetjes terecht komt. Op de heenweg had hij een verrassing voor me in petto.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, ben ik geen Texelse van geboorte. Ik ben opgegroeid in Heerenveen, op preciezer te zijn speelde mijn jeugd zich grotendeels af in Oranjewoud. Daar had hij dus de route doorheen gepland.
Het ruiterpad was er nog
Voor een ieder die wel eens teruggaat naar zijn of haar roots zal dit herkenbaar zijn. Bomen groeien door, stedenbouwkundigen kunnen het in ons kikkerlandje niet laten om te blijven prutsen. Er is overal het nodige veranderd, maar toch ook weer niet. Want hoewel doorgaande wegen nu waren afgesloten of eenrichtingverkeer geworden, wist ik toch feilloos de ruiterpaden uit mijn jeugd aan te wijzen, die er tot mijn verrassing ook nog steeds lagen. Mijn eerste pony stond onder de Belvedère, een enorm hoge klimtoren die toen was afgesloten wegens bouwvalligheid, maar waar wij uiteraard wel eens op klommen, wat we allemaal hebben overleefd. We hadden er een hut onder gebouwd en vlogen de hele dag op onze ongezadelde pony’s zonder cap door het bijbehorende bosje.
Gekkigheid zonder handen
De Emmalaan, de Albertine Agneslaan, Marijke Muoiweg…hoeveel voetstappen – of beter: hoefafdrukken- zullen daar wel niet van me liggen? Ik weet nog hoe mijn tenen voelden in de rubber laarsjes, als ik met mijn pony Grey aan de hand door de sneeuw (die had je toen ’s winters nog) naar manege Katlijk liep voor de springles van Sietse van der Mei. Daar had ik echt álles voor over om daaraan mee te doen. En al ben ik nooit een toptalent in springen geweest, het heeft ongetwijfeld een goede basis gelegd voor al die latere jaren in het zadel. Want we deden allemaal gekkigheid als in-uitjes zonder handen, zonder zadel, achterstevoren… allemaal van die dingen die je tegenwoordig niet meer kunt doen omdat je zeven formulieren moet invullen als er iemand afdondert, de pony’s daar te idioot voor zijn of omdat je dan met woedende ouders te maken krijgt. Ik kan me niet herinneren dat er in mijn jeugd ook maar één ouder problemen mee had. Sterker nog, ze kwamen niet eens kijken. Je ging op je 10e helemaal alleen met je pony door het bos. En ik bleef vaak hele dagen weg. Vonden we toen allemaal heel gewoon.
Niemand om tegen te zeuren
We hadden geen bak, dus ik reed alle dagen in het bos. Ik kon nog precies aanwijzen waar ik er ooit hard was afgegaan, omdat mijn pony in volle galop struikelde over een boomwortel. Je krabbelde op en ging weer verder, er was niemand om tegen te zeuren. De bomen waar ik na een uitdaging van de legendarische Lammert Brouwer, die Franke Sloothaak heeft grootgemaakt, in galop omheen slalomde met mijn eerste paard Tawanka stonden minder dicht bij elkaar dan ik dacht. Ik schoot vol bij het zien van Oranjestein en de Overtuin. Vooral de geur voerde me terug.
Was wel ff zoeken…
We reden door naar Drenthe, waar we na enig zoeken (die bordjes mogen wel wat opvallender) hunebedden vonden. Gek idee dat mensen daar duizenden jaren geleden ook omheen liepen. En dat ik over stenen aaide, waar ik als klein kind bij heb gestaan.
Hoewel toch aardig lang niet op de motor, had ik geen spierpijn. De houding heeft toch veel weg van die te paard, inclusief het evenwicht houden en het bochtenwerk. De melancholie duurde thuis nog even voort. Want hoewel ik niet zo van taart hou, kun je me voor één ding wakker maken: echte Friese oranjekoek. Die we uiteraard mee terug hadden genomen. Nog een paar dagen en dan is het echt over met dat jeugdsentiment.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.