Terwijl ik me licht vertwijfeld afvraag hoeveel slijm een menselijk lichaam eigenlijk kan produceren (want ik hoest me een paar gekneusde ribben) wil ik weer eens een olifant in de porceleinkast gooien. Ga er maar vast voor zitten, want het gaat over jurering…
Ik ben van mening dat als we iets willen ombuigen in de manier waarop paarden worden behandeld en gereden, de jurering een belangrijke rol speelt. Immers, wat in de ring wordt beloond, is wat wordt nagestreefd. Dat speelt op hoog niveau, want dat is waar iedereen naar kijkt. Op lager niveau wordt echter de basis gelegd. Omdat daar logischerwijs nou eenmaal veel meer deelnemers zijn, zijn er ook veel meer jury’s die B/L/M mogen beoordelen. Die hebben allemaal een opleiding gehad en moeten bijscholen om hun kwalificatie te behouden. Doen ze dat braaf, dan ligt ze geen strobreed in de weg om, eenmaal in het hokje, volledig hun eigen lijn te kiezen.
Er zijn bijzondere kruikeduikers bij…
Ieder mens is anders. Iedereen heeft zo z’n eigen voorkeuren. Daar is ook bij jurering op lager niveau op zich niets mis mee, als de grote lijn maar hetzelfde is. Dat de één wat meer op tempo let, de ander de nadruk legt op houding…je kan je erover verbazen, uiteindelijk kom je meestal wel ongeveer uit waar je staat. Er zijn een paar bijzondere kostgangers die echt een heel andere kijk op paardrijden hebben, dat geeft wel eens verrassingen. Dat is als deelnemer niet leuk, maar nog steeds geen ramp. Ga je gewoon de week erna weer op concours. Wat ik mis in dit hele verhaal is de bekwaamheid van een jury om te zien of een paard regelmatig loopt. Ik ben echt al sinds de middeleeuwen jurylid en heb nog nooit een bijscholing gehad waarin hier specifiek aandacht aan werd besteed.
Neem je de gok?
De regels zijn op zich duidelijk. Als een paard op een rechte lijn niet regelmatig loopt, mag je ‘m uitsluiten. Wiebelt hij alleen in de bocht, dan niet, want dat kan door de bodem of onbalans komen. Je neemt dat wel mee in de cijfers. En hier begint het gedonder. Dat is natuurlijk een wespennest. Als een ruiter de ring in gaat, dan vindt hij dus zelf dat het paard goed loopt. Anders ga je toch niet? Of is het ego zo groot dat de gok wordt genomen ‘dat het paard het maar even doen’…? Ik denk dat dat laatste vaker voorkomt dan we denken. Het is wel heel toevallig dat een paard ineens in de proef niet lekker loopt. Tenzij hij zich net heeft verstapt of een ijzer eraf heeft getrapt. Maar dat vóel je toch als ruiter? Of omstanders attenderen je daarop. En dan stop je toch?
Iedereen stort over je heen
We komen op de lastige definitie van ‘niet goed’ lopen. Wat is dat precies en hoe ver ga je daarin. Is een paard dat met het ene been een grotere pas maakt dan het andere een reden tot uitsluiting? We hebben tegenwoordig ook toezichthouders die hierin een rol kunnen spelen. Helemaal vlekkeloos gaat dit nog niet. Er zijn slimmeriken die blijven stappen of alleen galopperen, waardoor het niet of nauwelijks is te zien dat hun paard niet zuiver loopt. Er zijn ook minder mondige toezichthouders. Of jury’s. Want het is nogal wat om iemand uit te bellen. Berg je dan maar.
Welzijn hoort bovenaan te staan
Het punt is dat je als jury en toezichthouder wel een taak hebt op het gebied van welzijns-bewaking. Laat je het gaan om de lieve vrede? Laat je het als toezichthouder over aan de jury? Dan heeft zo’n paard dus wel al die tijd in het losrijden ongemak gehad. Wie is daar de dupe van? Juist ja, dat paard dat ergens pijn heeft. Anders loopt hij niet zo. En nee, het is echt niet waar dat hij dat alleen doet bij een wedstrijd om jou te pesten. Ik leerde ooit dat je als jury, om discussie te vermijden, zo’n ruiter bij je kunt roepen, kunt aangeven wat jij ziet en dat je daarom lage punten geeft. Zuiverheid van de beweging is immers het eerst waar je je beoordeling op afstemt. En dat je dan de ruiter de keuze geeft of hij wil doorrijden of niet. Erover nadenkend vind ik dit niet goed. Als je echt vindt dat een paard niet zuiver loopt, dan moet je hem in bescherming nemen en die verantwoordelijkheid durven te nemen. Maar dan moet je wel in staat zijn om onregelmatigheid correct te kunnen vaststellen. En dat kan dus niet iedere jury. Je vraagt je af hoe het bestaat, maar dat gaat wel eens mis.
Je kunt je oog trainen. Ik heb ooit eens een filmpje gezien met een soort quiz, waarin je steeds een ander paard zag en dan moest aangeven of en zo ja welk been hij onregelmatig was. Erg leerzaam. Voor een volgende bijscholing, KNHS?