In de hedendaagse snelle informatiemaatschappij gaat het om de inhoud, niet om de vorm. Dat betekent in de praktijk dat correct taalgebruik en schrijfstijl ondergeschikt is geworden aan de boodschap. Is dit erg? Misschien niet. Maar door mijn achtergrond ervaar ik taalfouten als een nagel, waarmee iemand over een schoolbord krast.
Op taalgebied heb ik nogal een strenge opvoeding gehad, om over de redelijk autoritaire schoolopleiding nog maar niet te spreken. Doodzwijgen of publiekelijke vernedering was nog het minste, als je stam plus T niet onder de knie had. De straf was niet mals bij iedere fout en daar word je voor je leven kopschuw van. Vandaar dat ik tegenwoordig een heeeel zwaaaar leven heb. Leert er niemand meer om het woord ‘lopen’ in te vullen, zodat je hóórt of ergens een D of een T achter moet? En dat is nog maar één voorbeeld. Tikfoutje kan altijd gebeuren, maar er is meer aan de hand. Als ik een gerenommeerd paardenblad opensla en in een inleiding zie staan ‘het paard die…’, dan kruip ik sidderend in elkaar. Een kop met daarin het woord ‘verassing’, terwijl het verhaal niets met een crematorium te maken heeft, doet voor mij echt de deur dicht. Het klinkt waarschijnlijk zeer overgevoelig, maar kom op zeg, er zit toch een spelling- en grammaticachecker op je computer? Het leidt (ja, met een KORTE ei) mij zo af, dat ik zo’n blad meteen in een hoek flikker.
Het is goed bedoeld hè…
Ik heb door schade en schande afgeleerd om als een overijverige schooljuffrouw de betrokkenen op hun fouten te wijzen. Omgaan met op zich goed bedoelde kritiek is er, hoe voorzichtig gebracht ook, niet meer bij. Sterker nog, zelfs als je iets opvalt en je dat door ervaring wijs geworden als een voorzichtige vraag presenteert, voelen de meeste mensen zich al enorm aangevallen. En de reactie is daarbij niet om het gesprek aan te gaan, want misschien kan je er wat van leren, maar om de deur keihard dicht te knallen en alle contact te verbreken. Daar gaat vaak nog een nare sneer aan vooraf. Hoe durf je iets over mij te zeggen. Een zelflerend vermogen van nul.
Wat een waardeloze jury
Het is zelfs nog gekker aan het worden. Het commentaar op de jury in de paardenwereld wordt steeds heviger. In mijn jongere jaren was er nog een soort van respect. Meneer Pot, wie kent hem niet. Daar ging je echt niet tegenin, laat staan dat je je twijfels over zijn cijfers uitsprak. Als hij een onvoldoende gaf, ging je daar thuis over nadenken hoe je dat punt kon verbeteren. Incasseren, zelfreflectie en weer door. Nu wordt bij een laag cijfer meteen de bekwaamheid van de jury openbaar in diskrediet gebracht. Ik hoorde laatst dat een deelnemer boos was weggelopen bij een prijsuitreiking, omdat een goedbedoelde opmerking op het protocol, dat verder vol complimenten stond, hem niet aanstond. Ik heb het gelezen, het was absoluut niet aanstootgevend. Het confronteerde hem er alleen mee dat hij het misschien niet op alle fronten zo goed deed als hij dacht. Als je daar niet mee om kan gaan, waarom doe je dan in hemelsnaam mee aan een wedstrijd? Het spelletje heeft in zich dat je door iemand wordt beoordeeld. De hedendaagse mens heeft de weerbaarheid van een gekookte asperge.
Door de ogen van de jury kijken
Ja, er zitten mindere goden in ons juryledencorps. Deal with it. Maar hoge punten zijn niet automatisch de juiste punten hè. Het voelt natuurlijk wel lekkerder, maar of het ook klopt is vers twee. Rijd tien wedstrijden, trek de hoogste en laagste score eraf en neem van de rest het gemiddelde. Dan weet je ongeveer waar je staat. Afmelden als je ziet dat een bepaalde jury komt? Ga toch weg. Ik heb er ook heus namen bij waar ik minder gelukkig van word. Mijn uitdaging is dan om bij zo iemand hoger te scoren dan de keer ervoor. Ik baal ervan als er weinig op een protocol staat, ik wil graag weten waaróm een bepaald cijfer is gegeven. Wat een jury ziet kan anders zijn dan jij als ruiter voelt. Hoog of laag, zelf laat ik bijna bij elk punt iets bijschrijven. En dan niet in die overgevoelige omslachtige popi-terminologie zodat er tenminste niemand na afloop zo gekrenkt is dat er minstens drie sessies bij een psycholoog voor de verwerking nodig zijn. Natuurlijk nooit onnodig hard of kwetsend, maar gewoon Jip en Janneke, recht voor z’n raap duidelijkheid. Verbeteren kan alleen als je weet wat er niet goed ging.
Kijk eerst naar jezelf
Hoe kan het toch dat we als slappe theezakjes in het leven staan? Geef jezelf een schop onder je kont (of laat mij dat bij deze doen) en stop ermee om anderen, alles en iedereen om je heen de schuld te geven. Ja, je mag heus wel balen als je commentaar krijgt. Maar daarna recht je je rug en ga je ermee aan de slag. Of niet, dat is ook een keuze. Weeg het af of er een greintje van waarheid in zit, voordat je je hakken in het zand zet. Begin niet meteen te brullen over hoe onrechtvaardig je bent behandeld. De te lange tenen zijn een vervelend evolutionair bijverschijnsel. Als dat betekent dat er niets meer gezegd kan worden, dan zie ik het somber in voor de toekomst. Op eieren lopend kom je slecht vooruit.