De volgende plaag

Toen ik rond 22.30 ging afvoeren zat er ineens een nieuw huisdier in de bijkeuken. Op het blad boven de wasmachine. Niet ondenkbaar dat hij of zij door de kat mee naar binnen was gesleept en daar was achtergelaten, omdat de nabije geur van kattenbrokken bij nader inzien aantrekkelijker bleek. Hij of, gezien het formaat waarschijnlijker, zij, zat doodstil, als in shock. Niet zo harig als een vogelspin, maar wel richting dat formaat.

Ik ben diep vanbinnen een boomknuffelaar. Dus terwijl ieder ander een rondslingerende schoen had gepakt, greep ik een wijnglas dat merkwaardigerwijs ook dicht in de buurt stond. De nieuwe huisgenoot raakte behoorlijk in paniek toen deze dome over hem heen werd gezet en rende wild rondjes, wat zijn niet zo aaibare voorkomen nog onaantrekkelijker maakte. Maar dieren kunnen bij mij ver gaan, dus ik schoof er toch voorzichtig een kaartje onder. Ik kwam een hand tekort om de buitendeur te openen, dus liep ik even naar partner, die nog onderuitgezakt op de bank zat. Mijn licentie-to-kill wierp één blik, deinsde naar achteren en brulde dat ik het monster naar Ecomare moest brengen of op zijn minst naar de boot, zodat het eiland er voorgoed van verlost zou zijn. Met doodsverachting en de grootst mogelijke boog om mij heen opende hij de deur. Het regende, dus ik vond het zielig om mijn nieuwe vriendje in het gras te storten. De houtstapel naast de hooikap bood vast genoeg beschutting. Al ben ik bang dat partner zich de eerste maanden niet meer in de hut begeeft als hij dit leest. Hij kwam pas weer een beetje tot rust bij het idee dat het hopelijk vijf muggen scheelt. Eerdere ervaringen hebben me trouwens geleerd dat het kuddedieren zijn, dus ik ben benieuwd.

Een delicate balans

Bij het begin van de corona crisis deed ik de voorspelling dat iedereen, zodra er weer een beetje beweging mogelijk was, op vakantie gaat in eigen land. Liefst een plek waar weinig problemen zijn geweest. Zoiets als Texel dus. Na wekenlange stilte en een lucht zonder vliegtuigstrepen zagen we ze komen, de stroom auto’s van de boot richting de vakantieparken. Daar is op zich niks mis mee, als iedereen een beetje verstandig is en zieken thuisblijven. De economie van dit eiland is gebouwd op toerisme. Natuurlijk was de afgelopen tijd geen realistische periode, maar menigeen verzuchtte dat we het Texel van vroeger even terug hadden. Terug naar zo stil betekent dat er tal van voorzieningen, waar we hier allemaal van meegenieten, dicht moeten. Dat gaat te ver. Er is een delicate balans. Wanneer is druk te druk? Als je dat hier vraagt, breekt meestal meteen de pleuris uit. De mens is in de kern kennelijk een egoïstisch wezen, dat méér beter vindt als het het eigen hachje betreft. In feite heb je genoeg als je in je eerste levensbehoeften en die van je kroost kunt voorzien. Dat stadium zijn we allang voorbij. Ik zeg bewust ‘we’, want ik behoor daar ook toe.

Altijd maar meer

Gaan we in een razende race om zo snel mogelijk terug te gaan naar het oude? De gedachte dat sommige dingen misschien ‘te’ waren is snel verdwenen nu de maatregelen worden versoepeld. Hup hup, we moeten weer hoog, hard en ver om veel en meer geld te verdienen. De megalomane vakantievilla’s moeten hun rendement opbrengen en de wanstaltige paleizen die nog in planning of aanbouw zijn hebben klandizie nodig. Je krijgt de geest nooit terug in de fles. Ik zeg ook niet dat wat we hebben weg moet. Maar vanaf nu pas op de plaats maken om te voorkomen dat we de kip met de gouden eieren slachten? Welnee, er wordt gemopperd op de gemeente als ze beperkingen willen opleggen aan herrietoerisme, het bouwen van nog meer en grotere vakantieonderkomens of het benutten van slaapplaatsen. Snelheidsbeperking? Ze lijken wel gek. Op volle snelheid passeren, zelfs op de kleine binnenweggetjes, waar even op elkaar wachten om ruimte te bieden teveel van onze tijd kost. Altijd maar meer.

De volgende plaag…

Verandering en al helemaal gevoelsmatig achteruit is lastig. We zijn echter vindingrijk als mens. Allerlei initiatieven van de laatste tijd zijn daar voorbeelden van. Ik vrees alleen dat we alle goeie dingen en mogelijkerwijs enige bezinning zo vergeten zijn, in de grote vaart om zo snel mogelijk het banksaldo weer op te krikken.

Is na ziekte een invasie van enge spinnen niet ook één van de plagen die over de mensheid wordt uitgestort als straf voor inhaligheid en gulzigheid? In dat geval: maak je borst maar nat…

 

 

 


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , , , , , .