‘There is a special place in hell for women who don’t help other women.’
Dit is een citaat van Madeleine Allbright, de voormalige Secretary of State van Amerika. Ze zei het jaren geleden, tijdens een campagnebijeenkomst van Hillary Clinton. Nou, dat heeft ze geweten. Het werd meteen opgepakt, maar niet op een positieve manier. Het ging zelfs zo ver, dat ze publiekelijk door het stof moest. Dat ze voor deze uitspraak vooral ook door vrouwen aan de schandpaal werd genageld, vind ik dan weer een komisch bewijs hoe zeer ze het bij het rechte eind had.
Verschillende types die zich op fundamentalistische wijze met feminisme en andere roldoorbrekende zaken bezig houden, hebben zich met enthousiasme op deze uitspraak gestort. Wij halen elkaar onderuit als het erop aan komt. En dat is in hun ogen dé oorzaak voor het glazen plafond. Het ligt dus niet aan jezelf, doordat je met je deeltijduren denkt recht te hebben op een zelfde positie waar iemand anders 80 uur per week in steekt, maar toch aan een ánder. Lekker makkelijk.
Met pek en veren
De sisterhood blijkt één groot wespennest. Want zodra één van ons klimt op de ladder, is er wel ergens een jaloers kreng dat aan de treden zaagt. Een bestuurslid van een vrouwenorganisatie maakte het helemaal bont door publiekelijk te reageren op deze uitspraak dat ze inderdaad liever met mannen te maken heeft. Waarmee ze dus precies doet wat mevrouw Allbright aan de kaak stelt, namelijk haar sisters onderuit halen. Leuk voor de vrouwen waar ze voor staat. Dat ze er vervolgens niet meteen door de leden van haar clubje met pek en veren besmeurd is uitgeknikkerd, geeft aan dat er in ons land nog redelijk tolerant wordt gereageerd op domme uitspraken. Wat je denkt moet je zelf weten, maar het is niet handig om dat er altijd uit te flappen.
Highway to hell
Het lijkt mij geen hogere wiskunde. Vrouwen zijn niet solidair onderling. Ja, alleen als het ze uitkomt. Als de kudde gezamenlijk optrekt tegen de vijand, dan zijn we ineens een front. Vrouwen houden het vol op hoge posities als ze bereid zijn om er belachelijk veel uren in te steken, dubbel zo goed werk te leveren en in staat zijn alle roddel en achterklap te laten afglijden. Je moet het wel erg graag willen. Hebben ze een man, dan moeten ze nog oppassen dat die niet achter hun rug om door een van de ‘sisters’ op het spek wordt gebonden, terwijl zij hard aan hun carrière werken. En nee, zoiets ligt niet altijd alleen aan die man. Je kan allebei je broek ook gewoon aanhouden, dat is een keuze. So much voor solidariteit. Waarop vervolgens door dit soort types schijnheilig vanaf de kansel wordt gepreekt dat we elkaar moeten steunen om het bolwerk te doorbreken. Jaja. Het wordt druk in de hel. Maar goed, daarom is daar ook een ‘highway’ naartoe gemaakt, terwijl er slechts een ‘stairway to heaven’ is, zo las ik op een bord in een Engelse pub, dat helaas te groot was om mee te stelen.
Vrouwenquotum onder stratenmakers
Het is goed om ongelijkheid aan het licht te brengen, bijvoorbeeld qua betaling voor hetzelfde werk. Vrouwen kunnen veel, maar ik vind niet dat we per definitie alles net zo kunnen als mannen. Er zijn fysieke verschillen. Een vrouwenquotum onder de stratenmakers zie ik er niet snel van komen.
Ambitie hebben en aan je carrière werken als vrouw is niets mis mee. Maar vertrouw daarbij vooral op jezelf. ‘Het bewijs loopt in de bak’, zegt mevrouw Barrau altijd. Als het goed genoeg is, kunnen ze vroeger of later niet om je heen. Reken niet teveel op steun, omdat je toevallig van hetzelfde geslacht bent. Als je punt goed is en je verhaal klopt, dan is het een kwestie van hard werken en volhouden. En op tijd wegduiken als iemand (M/V) weer eens probeert een mes in je rug te steken…