Ik geloof niet dat ik ooit in mijn leven zo’n mooie dressuurproef heb gezien als die van Charlotte Dujardin afgelopen zaterdag. Terwijl buiten de ring voor- en tegenstanders van paardensport over elkaar heen buitelen met allerlei redelijke en onredelijke bewoordingen, danste daar een combinatie in opperste harmonie naar iets waar we allemaal naar streven, maar wat je nooit kunt bereiken met dwang.
Bij haar wissels om de pas op de A-C lijn ging er een siddering door het publiek. Zo kaarsrecht, gemakkelijk, groot en ongedwongen. En dan de manier waarop zij zit…. Bij de laatste uitgestrekte draf kon niemand zich inhouden en galmde er een ‘oooooh’ door het stadion. Het was iedereen duidelijk dat daar iets bijzonders gebeurde. Dat ze tweede werd zorgde voor luidkeels gemor. Als jury snap ik het wel. Technisch gezien waren de piaffes en passages van Isabell beter. Maar dat was net een robot vergeleken met het Engelse duo. We verwijten jury’s vaak dat ze te subjectief zijn. En nu waren ze dat kennelijk niet en is het weer niet goed. Maar van mij had Charlotte ook mogen winnen hoor. Zodat we dit allemaal boven ons bed hangen als groot voorbeeld. Ik krijg iedere keer tranen in mijn ogen als ik het terugkijk.
Doe het maar eens in die heksenketel
Jurering blijft toch een dingetje. Je beoordeelt wat je in de ring ziet en dat moet compleet los staan van alles wat er daarbuiten gebeurt, eerdere ervaringen of voorkennis. Ga er maar aan staan, met alle commotie van de laatste dagen. Ik vond bijvoorbeeld de proef van Hans Peter Minderhoud ondergewaardeerd. En ik begreep niets van de punten van Sönke Rotherberger. Hij is een fantastische ruiter, maar dit ging echt niet lekker en toch 75 procent? Los van de personen hè, want ik vind ze allebei hartstikke aardig. En het is evengoed razend knap. Ga er maar aan staan in zo’n heksenketel als de RAI. Ik denk dat ik mijn paarden niet eens door het poortje de ring in zou krijgen. Mag je dan geen mening hebben? Tja, ik zag toch echt een paar combinaties waarvan ik de oprichting onnatuurlijk eruit vond zien, waardoor het achtereind niet meedeed. Moeten we dat niet duidelijker aangeven, dat dat niet de bedoeling is? Als je daarmee over de 70 procent scoort, wat voor signaal geef je dan af?
We zijn niet meer nummer 1
Twee zeer dierbare vriendinnen waren over uit Engeland en bleven een paar dagen bij mij. Het is grappig om te horen hoe in mijn tweede thuisland momenteel over Nederlandse dressuur wordt gedacht. Toen ik er woonde was Nederland het nieuwe walhalla. Nu wordende Nederlandse paarden voorzichtig ‘lunatics’ genoemd en wordt niet automatisch waarderend geknikt als iemand een Nederlandse trainer heeft. Uiteraard zijn er uitzonderingen en is dit geen representatieve steekproef, maar het is toch iets om je achter je oren te krabben. Waar en hoe is dit zo omgeslagen? Daarnaast zou je denken dat het Carl-en-Charlotte-effect een positieve uitwerking heeft op het gemiddelde Engelse dressuurniveau, maar dat was volgens mijn goed ingewijde vriendinnen zeker niet het geval. Er is slechts een kleine, selecte kring met bekende namen, waar de rest niet bij komt. Het wedstrijdsysteem is zo veranderd dat de amateurs nog meer dan voorheen in een klein, lokaal kringetje blijven ronddraaien.
Knuffelhengst Jerenzo Texel
Zoals altijd geven de paarden zelf het antwoord. Op zoek naar een geschikt hengst voor één van hun Nederlands gefokte merries, mochten ze kijken bij knuffelhengst Jerenzo Texel, die zijn neus liefdevol in hun hals drukte. Als alles goed gaat, loopt er volgend jaar minstens één van zijn kinderen overzee en misschien wel twee, want ze raakten niet uitgepraat over hem. Zo mooi, zo lief. Emotie, dát is wat paarden met ons doen en daarom willen we met ze samenwerken. Je kan actievoeren tot je een ons weegt, maar dát krijg je er niet uit. En dat daarbij het welzijn van paarden kan en moet verbeteren, dáár zijn we het allemaal over eens. Dus laten we daar nou eens met zijn allen voor gaan in plaats van tegen elkaar.