Ik had een storm aan haat-mail van de sisterhood verwacht. Dat viel reuze mee. Sterker nog, ik raakte kennelijk een goeie snaar. We hadden wel een andere storm. Corrie kwam echter vanuit het noordwesten en dat is voor ons een vrij gunstige windrichting, in de luwte van een boomsingel.
‘Heb jij je paarden buiten met dit weer?’ Het werd met verbazing gevraagd. Ik was echter zelf verbaasd over het idee dat je je paard binnen houdt in een storm. Wegwaaien zal ie niet gauw. Je moet uiteraard wel het risico van omwaaiende bomen of horizontaal inkomende takken meewegen. Maar als je wei groot genoeg is en je paard niet stokdoof, dan blijft hij echt niet wachten tot die boom op zijn kruin is geland. Je moet niet vergeten dat ze dichter bij de natuur staan dan wij en daardoor ook veel beter gevaar kunnen inschatten. Dat is er in al die eeuwen fokbeleid niet uitgehaald. Er zitten speciale cellen in zijn ogen, waardoor hij beweging eerder oppikt dan wij. Da’s handig als er een tijger door het struikgewas komt aansluipen. Of niet zo handig, als er naast de dressuurbaan een grasspriet beweegt. En het is een vluchtdier, dus hij is weg voor je met je ogen kunt knipperen.
Gezwicht voor zielig gehinnik
Het grootste risico bij storm vind ik dat er iets van een dak waait. Nou trotseert onze schuur al ruim veertig jaar de weergoden, maar je weet het nooit hè. Als je paard dan in een stal staat opgesloten, kan hij geen kant op. Dus heb ik ze er ’s ochtends om 8 uur blijmoedig uitgegooid. Ze gedroegen zich keurig, als normaal. Niks geen maf gespring of weghollen. De wei in, omdraaien, wachten, halster af en kalm weglopen naar achteren, waar weer een reepje gras was vrijgegeven. Dat komt volgens mij omdat ze het gewend zijn. Ze stonden wel vroeger dan normaal bij de ingang te zeuren dat ze erin wilden. Omdat het regende, de verwende apen. En misschien waren ze de herrie zat, al was de wind wel een stuk minder hevig geworden in de loop van de dag. Als ik maar even mijn neus buiten de deur stak, werd er heel zielig gehinnikt. Even na vier uur ben ik gezwicht. Dit is dus precies de reden waarom ik nooit naar Disney films kijk. Kan ik niet tegen.
Hond in nood…
Over zielige beesten gesproken: we zaten vrijdagavond op de bank. Beetje moe, want we waren de hele dag naar Amsterdam geweest. De honden waren uitstekend verzorgd door buurmeisje Britt. We waren een boot later terug dan gepland, omdat we ondanks onze voorrangskaart en tijdige aanwezigheid nét niet mee konden wegens grote drukte. Gelukkig waren de lieve overbuurmeiden bij de manege bereid om de paarden binnen te zetten, zodat ze niet tot in het donker hoefden te staan. Maar we zaten dus nogal uitgeblust voor de TV. Ineens hoorde ik Beer buiten klagelijk blaffen. Hij wil ’s avonds erin-eruit-erin-eruit, wat wij braaf accommoderen, want we willen zijn laatste tijd op aarde zo fijn mogelijk voor hem maken. Ik hoorde hem boven de TV uit. Wij naar buiten, gewapend met zaklantaarns, die bij ons standaard bij de deur staan. Bleek hij in de sloot naast de mesthoop te zijn gevallen. Die staat niet zo vol, dus zijn hoofd zat boven water. Maar hij zat met zijn artrose-pootjes vast in de prut en deed geen enkele poging om er zelf uit te komen…
Blauwe drek tot het plafond
Met één hand in zijn nekvel een grote labrador die half onder water staat eruit trekken, balancerend op een steile walkant, lukte me niet. Partner vloog de stal in voor een touw, dat ik half in de sloot staand om zijn achterhand kon krijgen, waarna we Beer half trekkend en slepend op de kant kregen. Druipend en vol stinkende drek, via de bijkeuken en de gang naar onze spierwitte badkamer, waar na een half uur douchen van ons allebei nog steeds modder af kwam… En toen uiteraard lekker schudden.
Never a dull moment, als je dieren hebt…