Het is weer zover. De blikken des doods. Oftewel een reepje grasland, waar ze alle dagen een half uurtje langer in mogen. Daarbuiten kunnen ze er alleen reikhalzend naar kijken achter hevig onder stroom staand draad. Waarna ze mij aankijken met boekdelen sprekende boze ogen. En stond toch al niet zo stevig in mijn schoenen.
Geheel buiten mijn schuld om kwam ik afgelopen week in het middelpunt van twee ruzies terecht. Voor mij als conflictvermijdend persoon is dat niet makkelijk. Ik ben -met dank aan mijn coach opleiding- uitstekend in staat om te analyseren wat er bij alle betrokkenen gebeurt, waardoor iets escaleert of uit de hand loopt. En ook wat dat voor effect op mij heeft. Zelfs als ik zeker weet dat ik niets fout heb gedaan of gezegd. Wat echter niet lukt is mijn initiële reactie temperen. Dus loop ik een paar uur met buikpijn, opkomende migraine, trillende handjes en de grote behoefte om ergens met mijn hoofd onder een kussen te gaan liggen, tot alles voorbij is gewaaid. En daaromheen trippelt een zenuwachtige hond, die het haarfijn aanvoelt en voortdurend op schoot probeert te klimmen.
Lekker vasthangen in je stijl
Ruzie draait vrijwel altijd om communicatie die misloopt bij een botsing van stijlen. Als je natuurlijke gedragsvoorkeur naar boven komt als de spanning oploopt, waardoor je niet meer in staat bent om je aan te passen. Oftewel, je te verplaatsen in de ander. Wat is het recept voor een bom? Iemand met veel D (dominant) vreest de confrontatie niet en gaat er even lekker met gestrekt been in, waarbij het de schuld is van alles en iedereen, behalve hemzelf. Een I (interactief) wordt heel druk, warrig, onduidelijk en emotioneel. De S (stabiel) trekt zich helemaal terug in zichzelf en zegt niets meer, maar wordt daarbij ook koppig. De C (contentieus) hangt vast op details, feitjes en cijfers, wat er nou précies is gezegd en kan ook flink zeuren en vals worden in het hardnekkig vasthouden. Alles wat wordt gezegd wordt opgevat als kritiek. Als je deze ingrediënten in een meningsverschil mixt, zonder dat mensen zelf inzien dat ze op dat moment vastzitten in dat gedrag, dan is vuurwerk gegarandeerd.
Ik functioneer niet meer
Het is niet zo dat mensen (of paarden, want daarvoor geldt dit grappig genoeg ook) zijn in te delen in hokjes. Je hebt allemaal een andere opvoeding en achtergrond. Het verklaart bijvoorbeeld niet waaróm ik me ruzies zo aantrek. Dat zal ongetwijfeld met zaken uit mijn jeugd te maken hebben, voor de psychoanalytici onder jullie. Alleen weiger ik om dat als excuus te gebruiken, want ik vind altijd dat iedereen heel erg zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar leven. Dat schuld leggen bij ouders zal allemaal wel, maar daar heb je niets aan, want dat kan je niet veranderen noch overdoen. Je moet er zelf mee dealen. Bij mij begint het met de constatering dat dit zo is. Ik ga belachelijk slecht op ruzie. Pas na een paar uur kom ik een beetje terug bij mezelf. Is dat een slachtofferrol waarmee ik anderen probeer te dwingen meningsverschillen rond mij te vermijden? Welnee, doe lekker wat je niet laten kunt. Wees echter niet verbaasd als ik me ook even wat bijzonder gedraag, tot ik weer nuchter kan nadenken.
Kruidengras als troost
Zoals meestal wordt de soep niet zo heet gegeten als de storm weer is gaan liggen. Alleen zat ik toen nog met vijf boze paarden… Ook dat loste zich op toen vriend Hans met een kar vol oud, lang gras kwam, van een kruidenlandje. Je moet paarden nooit pasgemaaid gras geven, al helemaal niet als het kort is, want dat schrokken ze zo gulzig naar binnen dat ze er slokdarmverstoppingen of anders wel koliek van krijgen. Maar dit is droog, lang en erg vezelig. Dus kregen ze een bultje daarvan en dat stelde ze min om meer tevreden. Nou ja, behalve die ene D in de wei dan. Maar D’s zijn hun boosheid na twintig rondjes keihard galopperen door de wei kwijt en bij het binnenzetten was er niets meer aan de hand. Misschien moet ik daarvan leren. De volgende keer dat ik word meegezogen in de frustratie van anderen ga ik mijn hardloopschoenen pakken.