Vals beschuldigd

Ik dacht dat ik er dit jaar aardig tussendoor zwijnde. Zelfs een proestende partner stak me niet aan. Tot ik vorige week binnen een minuut plotseling hevige keelpijn voelde opkomen. Ik werd wakker met twee pingpongballen in mijn keel, zo pijnlijk dat ik bijna niet kon slikken.

Amandelen weghalen was in mijn jeugd een gebruikelijke ingreep bij kinderen. Maar het blijkt een nogal regionaal ding. Ik ben op het platteland opgegroeid, waar dit veel minder werd gedaan. Kan ook komen omdat wij altijd buiten in de prut speelden en daardoor een flink ontwikkeld afweersysteem hadden. Ik roep dit al jaren tegen partner, als hij weer eens zijn wenkbrauwen optrekt wegens mijn bedenkelijke huishoudelijke kwaliteiten. Ik zorg er daarmee wel voor dat zijn immuniteit op peil blijft, probeer ik hem uit te leggen. En ik ben ervan overtuigd dat dit er ook voor zorgde dat ik na één dag lamlendigheid, waarin ik toch zelfs nog wat gewerkt heb, er de volgende dag al weer nagenoeg was. Snotverkouden, maar wel weer compleet aan de slag.

Ik hoest mijn longen eruit

Terwijl ik dit teruglees, vraag ik me af waarom ik toch altijd zo hard voor mezelf moet zijn. Waarom is ziek in mijn hoofd ‘not done’? Als je paard iets mankeert, laat je hem toch ook niet doorlopen? Waarom eis ik dat van mezelf dan wel? Al ben ik half dood, ik ga ’s ochtends de paarden voeren, buiten zetten en stallen uitmesten. En ik moet zeggen dat het meestal ook wel gaat, als ik eenmaal op gang ben. Maar of het gezond is, is vers twee. Dat bleek dus ook wel, nadat ik met mijn opspelende keel gewoon urenlang ging lesgeven. Zaterdagochtend kwam er ineens niet meer uit dan gefluister. ‘Heerlijk’, zei partner. Maar daar kwam hij snel van terug, want hij vraagt -overigens net als alle mannen die ik ken- om de haverklap ‘waar ligt dit, hoe ging dat’… Tja, ik probéérde wel antwoord te geven, maar je moest echt heel dicht bij me staan om dat te horen. Hoe lang zoiets duurt? Wel, na drie dagen was het nog niet meer dan gepiep, met als bijkomend nadeel dat mijn longen tegen die tijd al hoestend in stukjes naar buiten kwamen. Vooral ’s nachts.

Niet alles hoeft gedeeld

Ach, het zal wel weer overgaan. Leve de geluidssetjes, waardoor ik toch gewoon de rijbaan in kan. En het doel van interviews afnemen is dat je vooral de andere partij laat praten. Zo had ik een alleraardigst fluistergesprek met een leuke professor over waterkwaliteit. Het fijne van mijn vak ik dat ik zoveel leer van dit soort topmensen. Er is bijna elke week wel een onderwerp waarin ik me kan vastbijten. Het vormt mijn mening, waar ik vaak nog een tijdje op broed en die ik dan soms met jullie deel. Niet altijd, want niet alles hoeft de wereld in.

Eerst brullen, dan nadenken

In het kader van tot tien tellen voor je iets op social media slingert hadden we deze week weer een mooie. Of een tragische, eigenlijk. En nogal verontwaardigde post dat er een dood paard in een wei lag. De eigenaar, waarvan werd vermeld waar die woonde, was niet bereikbaar. Oh schande! Even later werd via een ander kanaal duidelijk dat het paard lag te slapen. Niets aan de hand dus. Okay, kan gebeuren. Beetje voorbarig om zo’n kabaal te maken zonder dat eerst te checken, maar je kan het ook uitleggen als fijn dat iemand zo zorgzaam is voor dieren. Wat ik alleen wel zou verwachten is een welgemeend openbaar excuus aan de eigenaar, die toch in eerste instantie als onachtzaam werd afgeschilderd. Dat bleef uit. Een grappig voorval? Ik vind van niet. Het staat voor de manier waarop we tegenwoordig met elkaar omgaan. Eerst aan de schandpaal.

We zijn dol op ophef

Valse beschuldigingen, klinkklare leugens, ze worden tegenwoordig zo in de openbaarheid over iemand geuit. Je ertegen verdedigen vestigt alleen maar meer aandacht op de zaak. En niemand leest echt goed, dus dan wordt er eerder gedacht dat waar rook is, ook vuur is. Je zou willen dat iemand eerst even navraagt hoe iets in elkaar zit, maar dat gebeurt niet. Eerst de rel en de ophef, veel leuker. Als dan later toch blijkt dat er echt niets van klopt, blijft het stil. Geen excuses, niet toegeven dat je fout zat. Iemand is geraakt, gekwetst of soms zelfs beschadigd. Terwijl de aanleiding aantoonbaar onwaar is. Niemand die de veroorzaker ter verantwoording roept. Welkom in de 21e eeuw.

Nou is roepen bij mij deze week al even helemaal niet aan de orde. Ik hoop wel dat het gepiep snel weer overgaat in normaler geluid, want er komt veel speaker-werk aan. Als dit zo blijft wordt het een rustige zomer…


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , , , , .