Als je niet eet, ga je dood. Voedsel is nodig om voort te bestaan. Onze relatie met eten heeft een evolutionaire achtergrond, waar we vrijwel nooit bij stilstaan, maar die voor allerlei gekke problemen zorgt. Zéker bij mensen met paarden.
In een ver, ver, ver verleden was het best lastig om aan voedsel te komen. Zo’n mammoet liet zich niet zomaar verschalken. Iemand die voedsel had, was een rijk mens. Nou ja, mensachtige. Het delen van eten was helemaal een grote daad. Iets wat zo nodig was voor je eigen voortbestaan uit handen geven, daar moest wel wat tegenover staan. Voor het voortbestaan van de soort was het nodig. Niet iedereen kon er immers met een knuppel op uit.
‘Wil je nog een snoepje….’
De natuur staat voor niks. In ons brein zit een automatisch systeem, waardoor er een stofje vrij komt als wij eten uitdelen. Dopamine heet dat. Een scheutje beloning, waardoor wij ons prettig voelen. Een klein kickje, waardoor we het fijn vinden om iets eetbaars aan iemand anders te geven. Wil je dit in werking zien? Let op oma’s en opa’s met kleinkinderen. Zie hoe mensen in dierentuinen tegen alle waarschuwingsborden in tóch snoepjes aan dieren uitdelen. Of kijk even naar mensen met paarden.
Het nieuwe normaal
Vrije natuur bestaat hier al helemaal niet meer, maar mocht het er zijn, dan liep een paard daar in kuddeverband de hele dag (en nacht) rond te scharrelen, op zoek naar vezelrijke plantaardige voeding. Bij gebrek aan kunstmest en koeiengras was dat energie arm, maar dat was prima, want het paard bewoog rustig en hoefde alleen even een sprintje te trekken als er een roofdier met honger voorbij kwam. In de winter was het zeuren en slankten ze allemaal flink af, om in het voorjaar en de zomer weer gezellig op te vetten. Bij ons is een paard het hele jaar op gewicht en vaak te vet. Dat zijn we gewend en we vinden dat dus normaal. Maar dat is het eigenlijk niet.
We voeren drie keer per dag
De mens deed zijn intrede, met al zijn gekke gewoontes en behoeften tot het controleren van andere soorten. Het paard en de hond lieten zich dat welgevallen en hadden daar tot op zekere hoogte voordeel van, maar dat is een ander verhaal. Punt is dat wij onze menselijke kant op het paard projecteerden, in plaats van ons in te leven in wat voor dier dat nou eigenlijk was. En zelfs toen we zo ver waren dat we dat laatste wél deden, bleek het nog steeds verrekte moeilijk om tegen die natuurlijke voer-aandrang in te gaan.
‘Ja, want die van mij….’
Ik vind het hartstikke goed dat mensen op het internet zoeken naar kennis. Het is echter wel een grote bak met van alles, vooral ook veel ongefundeerde onzin. Het valt dus al niet mee om het kaf van het koren te scheiden, laat staan ongevoelig te blijven voor mensen bij sommige stallen die luidkeels en met veel autoriteit de wijsheid verkondigen zonder echte kennis van zaken, maar daarnaast moet je ook het gevecht aangaan met jezelf. Ik maak mensen mee die echt goede deskundigen raadplegen voor een rantsoenadvies. Eenmaal thuis doen ze het toch anders want ‘maar die van mij….’ En dan komt er een verklaring waarom er wél heel veel krachtvoer, dure poedertjes, wel of juist geen hooi in moet.
Elke dag McDonalds
Ik denk dat er veel paarden lijden omdat ze te dik zijn door ons malle voer-instinct en de automatische storingsreactie dat méér beter is. Ruwvoer hoort de basis te zijn van het rantsoen en een paard moet nagenoeg onbeperkt kunnen kauwen. Daar heb je energie-arm grofstengelig ruwvoer voor nodig dat weinig suiker bevat. Dat is minder lekker. Dus soms eten ze dat met lange tanden. Is dat erg? Als hij zijn neus optrekt voor op zich goed, maar sober grofstengelig ruwvoer, denk dan niet meteen dat je met een sappiger hapje of krachtvoer moet aan komen hollen. Hij kán eten als hij honger krijgt. Een paard is niet in staat om zelf te kiezen wat het beste voor hem is. Geef je hem de keuze, dan pakt hij het sappigste, zoetste eten. Als een kind dat je elke dag McDonalds voorschotelt zal hij blijmoedig in het lekkers duiken. Al is hij vet, er vloeit niet meteen bloed uit, dus het lijkt misschien niet erg. Maar dat is het wel. Het directe verband tussen jouw voergedrag en de jaren die je paard inlevert door insulineresistentie, hoefbevangenheid of overbelasting van zijn benen is lastig aan te tonen.
Iedereen wil het beste voor zijn paard. Helaas blijkt dopamine in veel gevallen sterker dan gezond verstand.