Op dieet!

Eindelijk zomer. Met bijbehorende temperaturen. En…met gras. Ik kon het in het koude voorjaar de grond wel uitkijken, want ik moest me in allerlei bochten wringen om aan genoeg ruwvoer voor de paarden te komen.

Jaarlijks houd ik precies bij wat ik inkoop en hoeveel ik gebruik. Het is een ‘educated guess’ hoeveel ik nodig heb, want je hebt niet alles helemaal in de hand. Ik had bijvoorbeeld pech met een paar balen, die kennelijk in een eerder stadium beschadigd waren geraakt en daardoor beschimmeld waren. Dat is levensgevaarlijk om te voeren, dus die belandden op de mesthoop. Je mag gerust weten dat ik daar knap verdrietig van ben op zo’n moment. Niet wegens de kosten, maar meer omdat het al krap was. En vooral omdat het met de hand een heidens karwei is om die niet zo prettig ruikende troep naar de mesthoop te verplaatsen. Wij hebben namelijk geen tractor met hef of een andere manier om zo’n baal in z’n geheel te verplaatsen. Het neerzetten van de dichte balen doet mijn lieve buurman met de heftruck. Maar eenmaal open, ontvouwen ze zich als een bloem, dus dan kom je niet meer bij die pallet.

Teveel is niet goed

Ik heb nog wat pakjes hooi en had een partijtje oude balen op te kop weten te tikken. Ze zijn niet van de beste kwaliteit, ik moet er veel van weggooien. Maar het hielp ons net door de karige tijd. Gelukkig was daar boven verwachting toch vrij snel de eerste snede. Dat kan je echter niet meteen voeren. In diezelfde snelheid kwam echter ook het gras in ons weiland omhoog, dus de dames en heren hebben buiten genoeg te eten. Dat is meteen ook het probleem. Het is hollen of stilstaan. Een dilemma waar iedere paardenhouder mee worstelt. Balanceren op een dun latje. Want: gras is goed voor paarden. Alleen tevéél gras is dat beslist niet. En de soort gras maakt dan ook nog weer uit.

Een bevalling zonder veulen

Momenteel jureer ik me echt een hoedje. Dus ik zie van alles. Sommige dingen lijken regio-gebonden. Zo was ik onlangs ergens waar een opvallende hoeveelheid paarden in de baan kwam van -ik probeer dit beleefd te zeggen- stevige omvang. Ach, wat maakt het ook uit, ik zeg het zoals het is: ze waren vet. Moddervet. Zo dik, dat het effect had op het rijden. Schouderbinnenwaarts was onmogelijk, daar zat een paar honderd kilo blubber in de weg. In galop trilde het hele juryhok en het einde van de proef halen was een bevalling. Zonder veulen. Het was geen B niveau, dus we hadden niet te maken met nieuwkomers in de wereld van de paardensport. Dus ik mijn hokje uit om even het gesprek aan te gaan. Eén ervan was namelijk een fantastisch paard. Een toptalent dat alles in zich had om all the way te gaan. Maar ja, formaat olifant. Hij stond na te puffen, zo dik dat de vetkwabben bij wijze van spreken over zijn knieën hingen. Ik hield een hele preek tegen de ruiter. En stelde aan het einde een vraag, om te onderzoeken of ik tot haar was doorgedrongen. ‘Dus u vindt dat hij talent heeft.’ Kennelijk was dat het enige dat was blijven hangen…

Model te gezellig

Uiteraard heb ik op het protocol ook geprobeerd goed advies te geven. Met daarbij dat ze het afslanken moet bespreken met dierenarts of voedingsdeskundige. Zodat ze hem niet van de ene op de andere dag in een kale zandbak zetten en hij daardoor doodgaat aan bloedvervetting. Een paard dat zo dik is kan niet alleen allerlei enge kwalen ontwikkelen, waaronder hoefbevangenheid, er komt ook constant teveel gewicht op alle gewrichten. Te mager is slecht, maar te dik is eigenlijk net zo erg.

Eenmaal thuis keek ik mijn eigen wei in. Waar drie van de vijf ook van het model ‘iets te gezellig’ zijn. Wij verzetten elke dag een paar paaltjes en laten het gras doorschieten, zodat het in plaats van sappig groen lang, oud en vezelig is. We hebben ook van dat speciale paardengras, met verschillende niet suikerrijke soorten. Maar ja, de natuur is met een inhaalrace bezig, dus we hebben er wel véél van. Je wilt die paarden in kuddeverband ook wat te knagen bieden, zodat ze niet aan elkaar beginnen van verveling.

Op dieet met die dikzakken

Dat hele welzijnsverhaal heeft dus ook wat lastige kantjes. Onbeperkt vrije beweging en ruwvoer is een mooi streven, maar dan groeien ze dicht. En je kan het ruwvoer zo mager mogelijk proberen te maken, als er veel van is, is het ook volume. Ik probeer er tussendoor te laveren, met een beetje restrictie en een klein beetje acceptatie dat ze in deze tijd toch wat ronder zijn dan misschien wenselijk.

 

Best moeilijk hoor, paarden houden…


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , , , , , .