Een paard met humor

We hebben sinds kort een stoel in de hoek van de rijbaan staan. Die heeft partner er neergezet toen hij zijn trainerschap weer oppakte. Er zijn veel instructeurs die een zitje hebben. Ik sta liever. Geen idee waarom, want ik heb niet de indruk dat je het dan zoveel beter ziet. Maar dat was niet waar ik naartoe wilde. Een stoel is nou niet een ding waar paarden bang voor hoeven te zijn. Het feit dat er ineens iets staat wat er normaal niet is, geeft echter wel wat vraagtekens in het equusbrein. En daar reageren ze nogal verschillend op.

Ik heb alle types paarden in mijn bestand, zowel zelf als met lesklanten. Allemaal registreren ze het object-dat-er-de-vorige-keer-niet-was. Voor sommige types neig ik ernaar om dat met hoofdletters te schrijven, want die maken er een compleet drama van. DD is hoog I, type dramaqueen-waar-is-dat-feestje. Ziet alles, reageert overdreven, maar is vooral nieuwsgierig en bedenkt hoe hij daar lol uit kan halen. Zijn hoofd gaat op zo’n hoogte dat ik ervan ben overtuigd dat hij de zee kan zien, met oren die elkaar bij de puntjes bijna raken. Lespaard Damiro is erg D, type hoog-hard en ver. Ook die gaat op strak bij nadering, maar dan meer met de bedoeling om het als aanleiding voor bommetje te gebruiken. Beide types gaan er, als je op de juiste manier reageert, verder probleemloos langs.

Een paniekerige piekeraar

De S-paarden lijken de potentiële bakkabouter niet eens te registeren en gaan min of meer onverstoorbaar door. Niets is overigens minder waar. Ze hebben ‘m heus gezien, maar het zijn binnenvetters. Het kan zijn dat ze in hun brein best even paniek hebben. Alleen merk je dat aan de buitenkant niet. Misschien in de vorm van ineens poepen, een teken van stress. En dan heb je nog de hoog C types, zoals Socrates. Een paniekerige piekeraar, die bang is om fouten te maken en moeite heeft om zich te ontspannen. Die kan, bij de verkeerde reactie, niet alleen een uur lang erin blijven hangen, maar wekenlang. Zelfs tot ver na het eventuele verwijderen van de stoel. Wat ik dus niet doe, want anders kan je wel aan de gang blijven met prikkels weghalen. En ik kan toch moeilijk het nabijgelegen fietspad laten verdwijnen. Daar komt ook nog wel eens wat geks voorbij qua kleding of vervoermiddel.

Ik ben geen zweverige muts

Ik moest van de week weer heel erg denken aan het belang van de juiste reactie. En het hebben van geduld. Ik weet zeker dat ik in het verleden bij alle paarden, ongeacht het type, had gedacht dat ze niet zo moesten zeuren. Het is maar een stoel, dus je gaat erlangs, geen geteut. Desnoods met dwang, maar je gaat, want ik ben de baas. Bij zo’n dominante D is dat prima. Die heeft leiding nodig, anders veegt hij de kachel met je aan. Je kunt er een paar keer via de binnenhoefslag langs, maar zorg wel dat jij bepaalt welke route je neemt, want voor je het weet heeft hij dat overgenomen. De mate en manier van dwang is nog wel een punt van discussie, want ook daarin moet je redelijk blijven, anders knokt hij met plezier terug. Maar die D kan dus wel wat hebben. De S flipt niet, dus daar heb je dit soort discussies meestal niet mee. Stel je je echter onbuigzaam op bij een I of een C, dan maak je een cruciale fout, soms met langdurige gevolgen. Ik ben echt niet veranderd in een zweverige muts die alleen met aaien en groepsdiscussie een doel probeert te bereiken. Ik heb geleerd dat het veel effectiever is om een andere aanpak te gebruiken.

Je bent een onberekenbaar monster

Bij DD is het al genoeg als ik hem één keer even laat kijken en er zelf geen punt van maak om een paar keer via de binnenhoefslag langs te gaan, gecombineerd met uitbundig belonen als hij ontspant. Je moet het als het ware weglachen bij hem. Maar van teveel dwang wordt hij juist onzeker. Het moet vooral gezellig blijven. Na drie keer binnenhoefslag vindt hij dat zelf onzin en loopt hij uit zichzelf rechtdoor. Dus bereik je wat je wilt, zonder enige strijd. Dat versterkt de vertrouwensband enorm.

Als je bij een C als Socrates het geduld kunt opbrengen om er misschien wel het hele uur of de hele week met een boog langs te gaan, soms zelfs alleen in stap op die plek, komt er ook een moment dat hij er uit zichzelf meer heen loopt. Ga dan niet alsnog duwen om nóg dichterbij die plek te komen. Wacht af. Ga je wel dat gevecht aan, dan kom je er misschien met veel geweld een keer langs, maar blijft het een drama. Bovendien ziet hij jou dan als onberekenbaar monster, waar hij zeker niet op gaat vertrouwen of naar wil luisteren.

Lanceerplatform voor poezen

Het bewijs voor dit al werd bekrachtigd toen onze poezen de stoel ontdekten als lanceerplatform naar het bosje naast de bak, waar allerlei leuke vogeltjes ritselen. DD vond het om te gieren en Socrates staat nog bij te komen van de hartverlamming. Damiro had er zijn eigen oplossing voor. Die proestte even lekker hard, vlak naast poes Toeter, die geconcentreerd klaar zat voor de aanval en van schrik de sloot in sprong.

Kom er bij mij niet mee aan dat paarden geen humor hebben. Ik hóórde hem lachen.

 


Vond je dit nou een leuk bericht? Doe dan een donatie!

Geplaatst in Blog en getagd met , , , , , .